contra-guerilla in perspectief', 'De slag bij
Staveren (1345)' en de 'Hollandse successie
oorlogen. De Loonse Oorlog (1203-1205) en
de eerste fase van de Hoekse en
Kabeljauwse Twisten (1346-1358)'. De hier
consequent volgehouden scheiding tussen
grand strategy en krijgsoperatiën komt mij
nogal gekunsteld voor. Ook kan ik mij niet
aan de indruk onttrekken dat de auteur te
veel hedendaagse inzichten over militaire en
politieke strategieën op het verleden wil
toepassen. De vraag is of de middeleeuwse
mens wel zo'n rationele planner was.
Afgezien van de dood van rooms-koning
Willem II tijdens een veldtocht tegen de
Westfriezen in 1256 (zijn lichaam werd in
1282 door zijn zoon Floris V bijgezet in de
Middelburgse abdij, zie Nehalennia afl. 90
(herfst 1992), blz. 20-22) is voor ons
uiteraard met name hoofdstuk V, over het
conflict Zeeland be wester Schelde, erg
interessant (blz. 151-209). Zeeland bewester
Schelde (dat wil zeggen de eilanden
Walcheren, Noord- en Zuid-Beveland en
Wolfaartsdijk) is lange tijd een speelbal
geweest tussen Holland en het machtige
graafschap Vlaanderen. Het gebied was uit
strategisch oogpunt belangrijk: vanwege de
Schelde (N.B. d.i. de huidige Ooster-
schelde, toen de belangrijkste vaarroute naar
Vlaanderen), maar volgens De Graaf ook als
korenschuur voor het sedert begin 13de
eeuw relatief overbevolkte Vlaanderen. In
1167 werd een condominium (gedeelde
heerschappij) over het gebied tussen Holland
en Vlaanderen overeengekomen (blz. 157).
Vandaar dan ook dat het Middelburgse
stadsrecht in 1217 door de Hollandse graaf
en de Vlaamse gravin tezamen werd
verleend. Conflicten konden evenwel niet
uitblijven. 'Willem II vond het als koning
beneden zijn waardigheid om aan een lager
geplaatste, zoals de Vlaamse gravin, de
verschuldigde leenhulde om Zeeland
bewester Schelde te brengen, dus verklaarde
hij haar vervallen van haar lenen. Dit
betekende 75 jaar oorlog' (blz. 361).
De verschillende Vlaamse aanvalsgolven
worden uitgebreid beschreven: 1253
(landing van Vlamingen op de Walcherse
kust, in de slag bij Westkapelle, waarbij de
Vlaamse bevelhebber een stuk van zijn voet
verloor (blz. 172), afgeslagen), 1290 (de
Vlamingen werden door opstandige
Zeeuwse edelen gesteund en Middelburg
moest zich na een beleg overgeven), 1295
(Vlaamse aanval, na een Hollandse
plundertocht in Vlaanderen, in Zuid-
Beveland afgeslagen; aardig detail: soldaten
werden na afname van hun wapens en
kleding naakt teruggestuurd, voor ridders
vroeg men losgeld, blz. 177), 1303-1304
(aanvankelijk succesrijke Vlaamse aanval,
waarbij vrijwel geheel Zeeland bewester
Schelde werd veroverd, maar de Vlamingen
er niet in slaagden Zierikzee in te nemen; in
de zeeslag op de Gouwe werd de Vlaamse
vloot in augustus 1304 door een
gecombineerde Hollandse/Franse vloot
verslagen). In 1323 kwam er bij het verdrag
van Parijs voorgoed een einde aan dit
eeuwenlange conflict toen de Zeeuwse
eilanden definitief in volle eigendom aan de
Hollandse graaf kwamen.
De bijlagen bij dit boek bevatten relevante
informatie over o.m. de diverse
oorlogsschepen en leeftocht voor de troepen,
waaruit opgemaakt kan worden dat de
Hollandse graaf tijdens een 52 dagen durend
beleg van Utrecht een legermacht van maar
liefst 30.000 man kon voeden (blz. 395).
Een echt 'leesboek' is Oorlog om Holland
naar mijn smaak niet. Daar zijn de niet altijd
even soepele stijl en de wat kortademige
schrijftrant (heel veel jaartallen, feitjes en
militaire termen in de tekst gepropt) van de
auteur debet aan. De waarde van dit boek is
m.i. vooral gelegen in het feit dat we nu
over een up to date handzaam en compact
overzicht van de militaire geschiedenis van
de behandelde periode beschikken.
Peter Sijnke
40