clichématig, omdat je ze bijna dagelijks
hoort van bestuurders en politici. Het is
dan ook uiterst verlokkelijk om actuele
problemen te omzeilen met een beroep op
de moraal en het oproepen van historische
spookbeelden. Er mag best eens stelling
worden genomen tegen de tendens om elk
openlijk meningsverschil over de huidige
'stille volksverhuizing' - de term hoorde ik
op televisie van een Joegoslavische
vluchteling - te besmetten en te verhoeden
met verwijzingen naar gewelddadig racisme
en de genocide door de nazi's. December
1997 vergeleek de kerkelijke groep INLIA
het asielbeleid van de Nederlandse regering
nog met de houding tegenover joodse
vluchtelingen in de jaren dertig. Vileine
stemmingmakerij vind ik dat, en misbruik
van de nagedachtenis van postuum
geannexeerde slachtoffers van de Tweede
Wereldoorlog. Iedereen mag het hiermee
oneens zijn, en dat nog zeggen ook. Vrije
meningsuiting heet dat, een voorwaarde van
de democratische staatsordening.
Geschiedenis gebruiken als ideologisch
propaganda- en pressiemiddel is
daarentegen een beproefde tactiek van het
totalitarisme.
Jan Kuipers
Noe, 'n bitje uut 't zuudwesten
Met vreugde namen de Zeeuwse
dialectliefhebbers kennis van 't nulste
nummer van Noeeen tijdschrift waarin
ieder kan schrijven over datgene wat haar of
hem vandaag de dag bezighoudt en dus niet
alleen over 'peterölielampen en
plattebuzekachels'. M.a.w. niet meer te
veel over vroeger! Een loffelijk streven,
maar om vroeger in zijn geheel uit te
bannen lijkt niet juist daar heel veel typische
dialectuitdrukkingen en -woorden hun
oorsprong in het verleden vonden! Deze
uitdrukkingen kunnen in het beschrijven van
hedendaagse situaties en gebeurtenissen
alleen gebruikt worden onder verwijzing
naar de tijd van herkomst.
In het tijdschrift komen toch helaas
'Hollandismes' voor in de verhalen... b.v.
uutnemendeid, publicere (blz. 3 en 4) en
zuiver Hollandse woorden die niet te
vertalen zijn: realiteit, donateurs (blz. 3 en
4). Beter is het die woorden te omschrijven,
het zuivere dialect blijft dan ook beter
bewaard. Wat betreft de schrijfwijze van
het dialect: de redactie heeft een eigen
schrijfwijze ontwikkeld; helaas ontbreekt
een toelichting hierop. Is deze geënt op de
schrijfwijze zoals die tot nu toe door de
meeste dialectschrijvers gebruikt werd, nl.
die, welke gehanteerd wordt in het Zeeuws
Woordenboek en in de diverse regioboeken?
Oppassen dat het geen mengelmoes van
verschillende Zeeuwse streektalen gaat
worden, soms nog met toevoeging van
'verdialectiserende' woorden. Om discussie
te voorkomen lijkt het beter in overleg met
de schrijvers van stukjes eventuele spelling
te veranderen of aan te passen en dit niet op
eigen houtje te doen (zie blz. 1 onder
'kopij'). Het verhaal uit Biervliet lijkt nu
verdacht Walchers! Het is overigens niet de
bedoeling dat Noe een wetenschappelijk
litterair blad gaat worden... hopelijk zullen
dan ook veel mensen en wel speciaal de
jongeren zich toeleggen op het inzenden van
verhalen over het heden, zoals b.v. de
Bingo-avonden of ander amusement. Wie
weet hoe een beschrijving in dialect van een
voetbalwedstrijd of een house-party er uit
zal zien? Hopelijk zal Noe aan de
verwachtingen van de enthousiaste
oprichters voldoen en een bijdrage leveren
aan het behouden van het Zeeuwse dialect!
A.F. van de Zande-Vleugels Schutter
15