andere takken. Typerende verhalen, Kootje achterom op de fiets. Ko mocht altijd op weg naar zijn werk door de smidse van zijn overbuurman naar de timmermanswerkplaats van zijn baas. Toen er problemen kwamen, nam hij de omweg per fiets. Ook vissersboten hadden soms bijnamen. 'De luie elveDe schipper had de regulateur nooit verder open dan twee tandjes, maar ook het doodtij heette zo. Het tijdstip van hoogwater in Yerseke tijdens doodtij was ongeveer 11 uur. Toevallig ging het om de YE 11 'De Kannielanger' werd zo genoemd omdat bij de nieuwbouw van dit schip er maar een beperkt aantal meters steiger beschikbaar was als lig- en losplaats. Yerseke, Kruiningen, Hansweert, Schore. Een gecombineerde lijst meldt voor Kruiningen, Hansweert, Schore en Yerseke de volgende namen: herkomst, Nipper (Ier) Wanne beuter (Kn, ventte met melk, eieren en boter) Piet Plestiek (Kn, detaillist in huishoudelijke artikelen). spraakgebruik, de Kick (Hw, zei altijd k'ik ga dit of dat doen), karaktereigenschap, d'Aerme rijkaerd (Kn, was een zeer gierig persoon op Kruiningen). lichaamsbouw, Groöte Jöös, Kleine Jöós (Kn, twee boeren met de zelfde voor- en achternaam. De eerste werd ook wel Joos Puupe genoemd. seksueel gedrag, Pier Hengst (Kb), dierennamen, Kees de Puut, Jan Ruun, Regeringsverken (Kn, opkoper van uien in WO II voor de regering), beroep, Jan Spar (winkelbediende) Bode (naar bodedienst) Trui Mosse (naar het destijds inleveren van mussen) Jaap Juun (Kn). lichamelijke gebreken, Bram Zak (Kn). levensmiddelen, Merien Woste (Kn, slager) Jan Melk (Sch, melkboer) Kees krote (Ier, groenteboer). uiterlijk, Scheef Petje (Kn). Kruiningen Een andere inzending meldt voor Kruiningen het volgende: herkomst, een inwoner van Kruiningen wilde te kermen geven dat hij zat was. Hij wilde zeggen 'ik bin zo zat as 'n kanon', maar zei 'ik ben zo zat als een salon'. De rest van zijn leven werd hij De Salon genoemd. Een bakker bracht het brood aan huis met de bakfiets. Hij zat echter nooit op het zadel. Zijn achterwerk zweefde er ca. 10 cm boven. Hij werd De Fakir genoemd. De overgrootvader van een dame uit Yerseke mocht een keer meevaren in een roeibootje. Die overgrootvader was toen nog een heel klein mannetje, dat nog niet goed praten kon. Tegen de man die hem meenam zei hij: 'Ik ben de schipper en jij bent de knecht'. Althans dat wilde hij zeggen. Hij zei echter: 'Ik ben de nipper en jij bent de necht. De familie wordt nog steeds aan het voorval herinnerd. Ze worden nog steeds de nippers genoemd. Vlak na de oorlog reed er te Kruiningen een man rond op een zelfgemaakte bromfiets. Ze noemden hem de 'V3'. De VI en V2 waren hem als vliegende bommen voorgegaan. De voerman van de rouwkoesse' droeg steeds een zwart bolhoedje (een kei). De man werd Jan Kei genoemd. Karaktereigenschap, de Wijsgeer, een man die overal wel iets op te zeggen had. (lichaamsbouw) Een vrouw wikkelt haar hoofdhaar als een dikke streng om haar hoofd. Ze wordt de Kabel genoemd. Een lange man: Lange Flup. Lichaamshouding, Een vrouw loopt fier met de buik vooruit: Agatha Buuk. Dierennamen, vrouw met puntige neus: de Steekveugel. Beroep, Merientje terve (handelaar in graan) Krina Juun, Ko Bode. Lichamelijke gebreken. Man met lange neus: Louw Neuze. Levensmiddelen, een melkboer Jan Pap. Uiterlijk, een vrouw noemde een van haar zonen 'd'n Greeuwen' Hij had een wat grauwe gezichtskleur. Typerende verhalen, Een man had visite. Hij vond dat het bezoek maar weg moest gaan. Hij zei: kwa, 'k gi ni bédde. De verzite wil ok naer uus Een vrouw kreeg van haar man een dressoir voor haar verjaardag. Hij vroeg of ze er blij mee was. Antwoord: 'Och, 'k kant zelf ok köpe Een derde inzender voor Kruiningen meldt het volgende: typerend spraakgebruik, Arjaen (zak mê 32

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1998 | | pagina 34