zên). karaktereigenschap, d'n vroleken Dingnes, Nochtere Siene. lichaamsbouw, Lange Lou, Dikke Piete, Kees Oore, Sanne Muus, Tanne Katte, Krommen Aernout, Vule Neele, Scheele Ma. lichaamshouding, Foort mie z'n kalverknieën, Leu Padde, Jaap Duukdalf (grote stevige man), seksueel gedrag, Bram de Wupper. beroep, Kees de Pikker (schoenmaker) Miene van't telefoontje (postkantoor). Voorts door deze inzender nog opgegeven: Piet Spaar (zuinig iemand) Stropmouwe (iemand die altijd met opgestroopte mouwen liep) De V3 (man die op musquito- brommertje reed na de oorlog, zie hiervoor) Stille Omgang (man die weinig zei) d'n Boengsoeng (brutale man) Jaap strekgos (iemand die veel onkruid had op z'n land en daar niets aan deed) Keesje keu (slager) Jan de Wasser (iemand die overdreven was met het wassen) Jane Teute (langzame vrouw) Blind om êên (man met een lapje voor z'n eene oog) Iksteroogje (vrouwtje met spleetoogjes) de Goudvienke (man met rossig haar) 't Naejaerskatje (klein wuufje) Jan lengst (man die bij verschillende vrouwen kwam) Pier Puupe (eeuwige pijproker) Ka Konte (vrouw met achterwerk dat uitstak) de Nachtuul (iemand die altijd 's nachts liep te ijsberen). Ruugroefel (jongen die ongedurig was en slordig) Ons Genoegen (vrouw die dikwijl mannen op bezoek kreeg) Jan Ruun (de vroegere veldwachter). In de volgende beantwoording komt Westelijk Zuid-Beveland aan bod, met als bijzonderheid een Alfabet van Nieuwdorp, dat op bruiloften werd voorgedragen Jacob Cats, Gelijck de Juffer danst, soo danst haer hondeke 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1998 | | pagina 35