Islip, eerst nog in klederdracht, maar de
weerstand die dat opriep onder
medeleerlingen was te groot om die
gewoonte in stand te houden. Het natuurlijk
aanpassingsvermogen van kinderen, de
wens erbij te horen zorgde er ook voor dat
dezen de Engelse taal sneller machtig
werden dan hun ouders.
Hoewel het integratieproces hiermee aardig
in gang leek gezet was de snelle groei van
de Nederlandse gemeenschap daarvoor toch
een obstakel. Zoals gezegd was de
verwantschap onder nieuwkomers groot.
Daarnaast groeide de oesterindustrie in
West Sayville tussen 1840 en 1880 sneller
Oesterwerkplaats, Long Island Maritime Museum
dan andere vormen van visserijDe
Nederlanders werden zo een dominante
groep in het plaatsje. Religieuze integratie
had eveneens nog geen gestalte gekregen.
Veel immigranten waren persoonlijk
religieus, of trokken naar eikaars huizen om
de zondag te heiligen. In 1866 vormden 32
mensen uiteindelijk de eerste dienst van de
'Dutch Reformed'. De organisatie hiervan -
met dominee en kerkenraad - gaf de groep
een eigen politieke institutie. De 'West
Sayville Dutch' vormden nu definitief een
eigen sociaal geheel: in de kerk, op het
water en in de straten van hun dorp.
Contact met de buitenwereld was voor de
handel, de visvangst en de schoolgang van
de kinderen natuurlijk onvermijdelijk en
deze factoren zouden op lange termijn
resistenter blijken dan de culturele
samenhang, maar in de opbouwfase van
West Sayville hadden zij nog geen grote
invloed. Taylor noemt het dorp van toen
dan ook 'a socially constructed Dutch
culture adapted to American surroundings'.5
De 'Blue Point oyster', zoals de oester uit
de Great South Bay werd genoemd, kreeg
wereldfaam, en bereikte zelfs de dis van
Queen Victoria. De concurrentiestrijd met
de Blue Point oester en enkele strenge
winters aan de Oosterschelde hadden in
Zeeland zelfs tot enkele bedrijfssluitingen
geleid. Deze tegenslagen in het moederland
zorgden ervoor dat er een nieuwe golf
immigranten ontstond, rond de
eeuwwisseling, die de bevolking van West
Sayville meer dan verdubbelde. De
nieuwelingen kwamen vooral uit Yerseke,
waar ook al een bevolkingsexplosie had
plaatsgevonden en omdat de visserij
geïndustrialiseerd werd kon de nieuwe
groep meteen aan de slag, geholpen door de
succesvolle eerste generatie die hen in hun
moedertaal kon aanspreken. Daarnaast was
iedere nieuweling wel op de een of andere
manier verbonden met de eerste groep.
West Sayville was een gemeenschap in
beweging en interne strubbelingen waren er
zeker. In de kerk waren er altijd die vonden
dat de leer niet streng genoeg was, of de
dominee niet Nederlands genoeg. Er waren
groeperingen die meer zagen in integratie
en groeperingen die zich wilden isoleren. In
1876 was er een afscheiding en wel van de
'strengeren'. Uit de notulen van de
kerkenraad blijkt dat de afsplitsing vooral
door de angst voor identiteitsverlies werd
bepaald. De naam 'True Holland Reformed
Church - later overigens 'Christian
Reformed' - duidt daar ook op.6 Voor deze
kerk geldt een aantal overeenkomsten met
strengere genootschappen in Zeeland, zoals
een grote sociale controle en de ingreep van
ouderlingen op het persoonlijk gedrag.
De twee kerken werden vijandige kampen
van ware gelovigen en zondaren. Het
gebeurde wel dat de ene menigte de andere
4