op weg naar de kerk tegemoet kwam en men elkaar van de weg probeerde te duwen, een verschijnsel dat voor Yersekenaren nog wel herkenbaar zal zijn. Taylor noemt deze 'rituele' strijd dé bindende factor binnen de afzonderlijke kampen. Want ook binnen de Christian Reformed Church ontstonden conflicten over het gedrag van gemeenteleden en vijandschap tegenover de Dutch Reformed was noodzakelijk om de groep bijeen te houden. Er is volgens Taylor echter geen aanwijzing dat de oesterhuizen op grond van kerkelijke gezindte waren verdeeld. Hij ziet de strijd als een open debat over aanpassing dan wel isolatie, met de kerken als podia.7 We gaan terug naar de visserij. De oesterindustrie kreeg tussen 1910 en 1930 drie grote klappen. Een groot deel van de oesterpercelen was in het bezit van de 'Smith heirs', die deze aan de Nederlanders verpachtten. Een grote oesterondememing uit Connecticut, Sealshipt, had in 1910 via geheime onderhandelingen al deze gronden in haar bezit gekregen. Met als doel de hele Blue Point-oesterhandel over te nemen werden de kwekers op de hoogte gebracht van het feit dat hun pacht niet verlengd zou worden. Velen van hen verkochten dan ook hun onderneming aan Sealshipt. Het grote kapitaal van buiten had tot grote woede van de gemeenschap nu de macht in handen. Jacob Ockers, bekend als 'king oyster planter' bezat nog wel veel percelen buiten die van de 'erven Smith' maar beklonk in 1912 een overeenkomst waarin hij president van Sealshipt werd. De tweede slag was het verlies van de lucratieve Britse markt door de Eerste Wereldoorlog, waarna de handel nooit meer het vooroorlogs peil bereikte. Maar de genadeklap kwam in de jaren dertig een aantal orkanen had de strandwal die de baai van de oceaan afschermde doorbroken en het water was nu te zout voor jonge oesters om te overleven. Wat de Zeeuwen naar de baai gebracht had was hen nu ook door de natuur ontnomen. Zij bleven echter niet bij de pakken neerzitten. De 'baymen' hadden het geluk dat de inbreuk op de baai perfecte omstandigheden voor de gamalenteelt had veroorzaakt. De komst van de vrachtwagen maakte ook de handel wat makkelijker. Hoewel de laatste jaren de vervuiling in de baai voor problemen zorgt, kunnen tot aan vandaag nog aardig wat ondernemers met de hulp van paling- en vinvisvangst overleven. Aan het eind van de twintigste eeuw kan West Sayville voor een gewoon Amerikaans plaatsje doorgaan. Hoewel de kerk haar sociale functie heeft behouden kon zij zich in de roerige eerste helft van deze eeuw niet opwerpen als buffer tegen de definitieve integratie van de gemeenschap in de Amerikaanse samenleving. Autochtonen zeggen dat de twee wereldoorlogen het dorp uit zijn isolement hebben geholpen. De oorlogservaring gaf de soldaten uit West Sayville een nieuw perspectief op het thuisfront. De culturele verstedelijking van de samenleving kon niet langer worden buiten gehouden en uiteindelijk ook de Newyorkse forens niet. De Engelse taal is nu definitief de 'moedertaal'. Volgens twee gezinshoofden die ik sprak in West Sayville, beiden nu rond de zestig, was de laatste generatie die nog volledig Nederlands sprak die van hun ouders. Maar loop er over straat, zie de Nederlandse naambordjes of spreek er iemand over aan, de 'West Sayville Dutch' bestaan nog steeds. Vandaag nog sturen vele Nederlanders van oorsprong hun kinderen naar het Calvin College in Michigan en legt de dominee van de 'Christian Reformed' nog huisbezoeken af. Een van de ondervraagden - Annette Beebe - droeg een t-shirt met tulpen en molens. Toen ik hiernaar verwees, verdedigde zij dat met de furiositeit van een voetbalsupporter. En zij had een advies voor bezoekers aan West Sayville: vraag, ook nu nog, niet zo 5

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1998 | | pagina 7