OESTERS OP LONG ISLAND De geschiedenis van een Zeeuwse gemeenschap in de V.S. Jan-Kees Verschuure* Zeventig kilometer ten oosten van Manhattan, net buiten het volgebouwde deel van Long Island, ligt het plaatsje West Sayville. Aan de Great South Bay, bij de monding van een kreek.Terwijl enkele kilometers noordelijker de naaldbossen langzaam worden opgegeten door highways, malls en suburbs, heerst hier een serene rust. Weinig voorzieningen: een kerk, een brandweerkazerne, wat aan de watersport gelieerde bedrijvigheid. Geen dorp waar de doorgaande automobilist zijn reis op het eerste gezicht voor zou onderbreken. West Sayville kenmerkt zich door een noord- zuidstructuur, enkele evenwijdige avenues parallel aan Green's Creek, van het haventje tot aan de Long Island Railroad. Het tweelingstadje Sayville waarin je naadloos lijkt over te gaan, rijdend over Montauk Highway, is bedrijviger. Dezelfde norse koppen, maar in ieder geval een cafetaria. Er is meer verschil: vraag hier de weg naar West Sayville en de kans is groot datje 'no' te horen krijgt. Smalltown America? Of is hier meer aan de hand In 1983 verscheen de antropologische studie Dutchmen on the Bay. Volgens de schrijver, Lawrence Taylor, is het een 'ethnohistory' - de beschrijving en analyse van een bepaalde groep mensen - van een opmerkelijke gemeenschap.1 Taylor groeide op in het nabijgelegen Blue Point en hoorde in zijn jeugd verhalen over de 'Dutchmen' van West Sayville: onafhankelijke, introverte, religieuze vissers die weinig met de omliggende dorpen te maken wilden hebben. Toen hij later terugkeerde als een in maritieme gemeenschappen geïnteresseerde antropoloog raakte hij gefascineerd door hun manier van leven, wat uiteindelijk resulteerde in dit boek. Hij ging op zoek naar waarheden over de 'Dutchmen' uit zijn herinnering. De Nederlanders in West Sayville vormden een hechte gemeenschap en waren afkomstig uit slechts een klein aantal plaatsen in het moederland: voornamelijk uit Yerseke en Bruinisse, twee van de belangrijkste Zeeuwse vissersplaatsen. Daarnaast enkelen uit Friesland en Texel. Vanaf 1849 waren zij toe komen stromen, velen van hen opgegroeid met de schelpdiercultuur die zij in West Sayville voortzetten als 'independent baymen', zelfstandige ondernemers. Een cultureel homogene groep mensen, niet alleen door hun professionele achtergrond. Zij brachten uit Zeeland normen, waarden en instellingen mee die verbonden waren aan het protestantisme aldaar, volgens Taylor niet slechts 'a system of beliefs but also forms of association and interaction which greatly affected the adaptation of the Dutch to their new American environment'Wat wij kennen als typisch in Zeeuwse vissers dorpen, was nieuw voor de Amerikaanse toeschouwer: ondernemende individualisten samengebonden in 'a strong moral community'Volgens Taylor kenmerken van een typisch Amerikaanse gemeenschap.2 Nieuw was echter dat de Zeeuwse gemeenschap van West Sayville al bij aankomst zo'n gemeenschap was. Oesterloodsen te Yerseke 2

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1998 | | pagina 4