DE ZUURGRAAD VAN EEN RECENSENT
Jan J.B. Kuipers
De eerste illustratie in het elders in dit nummer besproken boek Het hek van de dam. Het verdwijnen
van de boerensamenleving op Colijnsplaat (door Gert Groenleer, Rien Munters, Kees Tazelaar en
Jan Zwemer) is een kaartje van Noord-Beveland vóór 1530. De afbeelding is afkomstig uit Tussen
afsluitdammen en deltadijken, Noord-Beveland (1961), deel I van het bekende vierdelige werk van
M.H. Wilderom over de Zeeuwse waterstaatsgeschiedenis, dat zelfs antiquarisch vrijwel niet meer
te krijgen is. Een nuttig gebruik dus van een waardevolle afbeelding. Maar - 'Mag dat nou zo
maar?' roept iemand uit den hoge. Het lawaai klinkt in het laatste nummer van de jaargang 1998
van het tijdschrift Zeeland. Aldaar staat recensent Ad Beenhakker op zijn hoge toren, en blaast er
vanaf dat het een aard heeft.
Beenhakker bespreekt op pagina 177-178 Inlagen en karrevelden, voorjaar 1998 verschenen als
eerste deel van de reeks 'Het Zeeuwse monument' en geschreven door Chiel Jacobusse en mijzelf.
Het boekje werd samengesteld op initiatief van de Stichting Regionale Geschiedbeoefening
Zeeland, die met de reeks allerlei typen Zeeuwse monumenten onder de aandacht van een groot
publiek - bezoekers en inwoners van Zeeland - wil brengen. Naarmate de lezer vordert in
Beenhakkers recensie, wordt hem duidelijk dat tijdens het schrijven iets met de boekbespreker
gebeurt. In de eerste alinea's toont deze nog een - zij het matige - waardering, maar wanneer hij
aanbelandt bij de illustraties, ontsteekt hij in woede. Beenhakker vindt de afbeeldingen maar een
ratjetoe, en verwijt samenstellers en redactie onvolledige bronvermelding, gebrek aan originaliteit,
knip- en plakwerk! Maar dat is niet het ergste: 'Ook de boeken van Wilderom zijn schaamteloos
geplunderd. Mag dat nou zo maar? Rusten daar geen auteursrechten op? De tegenwoordige kopieer
en reproductietechniek maakt het wel erg gemakkelijk om aan illustraties te komen. De laatste tijd
maakt men zich nogal eens druk over plagiaat, maar andermans plaatjes overnemen mag blijkbaar
iedereen.'
21