Bronvermelding De verantwoordelijkheid en vrijheid van de recensent houden niet in, dat maar zorgeloos gelasterd kan worden. Met zijn bewering over 'schaamteloos plunderen' gaat Beenhakker ver over de schreef. Vooral omdat hij de lezer essentiële informatie over Inlagen en karrevelden onthoudt - zoals getrouwe bronvermelding juist bij Wilderom. In samenhang met ander cartografisch bron nenmateriaal is gebruik gemaakt van een beperkt aantal afbeeldingen uit diens Tussen afsluitdam- men en deltadijkenen in elk bijschrift wordt 'Wilderom" als bron vermeld. In de lopende tekst wordt bovendien de persoon Wilderom als waterstaatshistoricus aangehaald, terwijl zijn vierdelige werk ook in de literatuuropgave is opgenomen, inclusief vermelding van M.P. de Bruin als co auteur van deel 1. Aan de eisen van het fatsoen zijn dus voldaan. Ja, wat wil die Beenhakker dan verder nog? Natuurlijk rust er auteursrecht op beeldmateriaal, dat weten samenstellers en uitgever van Inlagen en karrevelden óók wel. Eventuele financiële implica ties, waarop Beenhakker schijnt te zinspelen, zijn vanzelf een zaak voor uitgevende instanties; ik kan alleen meedelen dat het mij een heksentoer lijkt om hier de juiste claimanten aan te wijzen, gezien de wat onduidelijke rol van de Studiededienst Vlissingen van Rijkswaterstaat (Wilderoms 'baas') bij het project, het aandeel bij de totstandkoming van individuele illustraties van medewer kers als tekenaar F.W.J. den Brabander (deel I) en cartograaf H.J. Everwijn (alle delen), en niet te vergeten de ontvangen subsidies van ZWO om de kosten van o.a. het tekenwerk te drukken (delen II tot en met IV). Beenhakker stelt zich kennelijk met plezier op als kampioen van rechthebbenden terzake. Maar voor zover ik weet heeft geen enkele rechthebbende daarom gevraagd. Sterker nog: Beenhakker, eenmaal met knarsend kuras in het strijdperk getreden, weet zelf niet eens wie ze zijn. Functioneel gebruik Kortom: van plundering is geen sprake, slechts van functioneel gebruik - mèt bronvermelding - van beeldmateriaal in combinatie met andere visuele bronnen. Afbeeldingen uit Wilderom worden regelmatig gebruikt in andermans publicaties. Waarom zou je je behelpen met inferieure plaatjes, zoals de slordig nagetrokken tekeningetjes in Beenhakkers eigen recente artikelen in Zeeland, als er deugdelijk en helder materiaal voorhanden is - dat bovendien werd gemaakt, aldus Wilderom zelf, ter vermeerdering van de kennis van het Zeeuwse deltagebied? Exact de doelstelling van 'Het Zeeuwse monument'! Plagiaat is het laten doorgaan van andermans werk voor eigen makelij. Het gedoseerd en met bronvermelding gebruiken van eerder gepubliceerd beeldmateriaal verschilt niet van citeren. Hier spreken van 'schaamteloos plunderen' is weinig meer dan een schaamteloze aan tijging. 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 26