Aardig is het eerste, korte hoofdstuk, waarin Van Roey, ere-stadsarchivaris van Antwerpen, het beeid van Mamix dat door de jaren heen was ont staan, als was hij de 'verrader' van Antwerpen, rechtzet en hem in eerlijker historisch perspectief plaatst. De periode dat Mamix in Zeeland ver bleef was kort en onderbroken. Hij heeft na de vernieling van het kasteel van West-Souburg (in de periode 1572-1574; het beleg van Middelburg) de puinhopen opgekocht en een deel van het kasteel weer bewoonbaar gemaakt. Een luxe "hofhouding' hield hij er niet op na, in tegenstelling tot zijn meer (letterlijk en figuur lijk) Bourgondische voorgangers. Het kasteel is eigenlijk een onderdeel dat groten deels los staat van de persoon van Mamix. Immers, hij woonde er, zoals gezegd, kort en tij dens de archeologische opgravingen o.l.v. oud provinciaal archeoloog J.A. Trimpe Burger is weinig teruggevonden uit zijn tijd. Maar aange zien Mamix het kasteel een tweede leven gaf en er in de eeuwen nadien diverse prenten van zijn gemaakt, kon er wel een verhaal worden verteld over die topografische prenten in relatie tot de resultaten van de archeologische opgravingen. Dat verhaal is boeiend en het aardige is, dat auteur Jan Kuipers op basis van dit 'prentenonderzoek' in samenhang met de opgravingsplattegrond het bestaan van een toren van de voorburcht kon aantonen, die niet bij de opgravingen is terugge vonden, omdat dat deel van het terrein zwaar was verstoord. Overigens weet Ad Tramper in zijn hoofdstuk over Marnix en zijn Zeeuwse periode toch ook heel veel te vertellen dat de moeite waard is, en maakt hij een eind aan de eeuwenlange suggesties dat Marnix in West-Souburg begraven zou liggen. De opgravingsresultaten worden in twee aparte hoofdstukken behandeld. Ook hieruit blijkt dat vooral in tweede helft van de vijftiende en de eerste helft van de zestiende eeuw het kasteel van West-Souburg een lustoord was, met bijzondere bewoners en al even bijzondere gasten. Kookpotten, braadschalen, luxe glas en aardewerk, tinnen voorwerpen, geglazuurde tegels van een 'kacheloven' en aardige curiositeiten zoals een kaarsenbak vertellen het verhaal uit deze bruisende periode. Er zitten echt unieke vondsten bij. Zo schrijft Kottman over het luxe glas: 'Van al deze voorwerpen gaat een sfeer uit van luxe en verfijning zoals men zich kan voorstellen bij de top van de sociale piramide, waartoe zeker figuren als Anna en Philips van Bourgondië behoorden. Hier zijn de tastbare bewijzen opgegraven van een hoge materiële cultuur. Vooralsnog zijn deze vondsten in een context als deze beerput uniek, en daarom uiterst belangrijk!' Het boek is fraai vormgegeven, ruim opgezet met veel kleur en het leest makkelijk weg. Hier en daar, vermoedelijk door de haast van de productie in verband met de herdenkingen in december 1998, corresponderen enkele onderschriften niet helemaal met de illustraties. En soms vind ik de afgedrukte kaarten (veel) te klein. Het heeft lang geduurd voordat de opgravingsresultaten van het kasteel van West-Souburg in boekvorm verschenen, maar als het op deze manier met elke, uiteraard Stofomslag. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 29