ontelbaar veel dieren kwamen om, duizenden woningen waren vernield of beschadigd. Gelukkig kon door de enorme technische vooruitgang van onze tijd het laatste dijkgat reeds op 7 november 1953 worden gedicht en kon de wederopbouw weer beginnen. In vorige eeuwen was het dikwijls niet gelukt om de dijken weer tijdig dicht te krijgen en gingen grote stukken polderland lange tijd of voorgoed verloren. Het besluit van dit hoofdstuk gewaagt ervan. Het derde hoofdstuk gaat over de ontwikkeling in de kennis van de dijkbouw. De proef met de groe ne dijken komt aan de orde, maar ook karrevelden, dijk- en oevervallen worden besproken. Tenslotte, hoe kan het anders, komt de grootste operatie op waterstaatsgebied in de 20ste eeuw ter sprake: de Deltawerken. Aangevangen na de ramp van 1953, leveren ze na bijna vijfendertig jaar een veilig Zeeland op. De laatste paragrafen van het boek gaan over molens en gemalen, suatie (uit watering) en schutsluizen met tot slot een blik op de toekomst. Grote waterschappen zullen in toe komst waken over de bewoonbaarheid van ons lage 'Zee'-land. Samen met de reeds eerder in deze serie van dezelfde schrijver verschenen deeltjes Zilt en Zoet en Zeeuwen te water, sporen van een maritiem verleden vormt het een schitterend drieluik, dat nu ook in een omslag 'Zeeuwen en het water' in de handel is. Bas Oele Jan J.B. Kuipers, Moord aan boord van de PSD (Goes 1998). 64 blz. ISBN 90.72138.91.0. Prijs 14,95. Na Rinus Ferdinandusse is Jan Kuipers de twee de Zeeuwse auteur die zich waagt aan een thril ler. En met succes. Het Zeeuwse boekenweekge schenk van 1998 (vierde 'Week van het Zeeuwse boek') leest als een roman, compleet met het terugbladeren van wie was dat ook weer en even de zaken op een rijtje zetten. Met zijn wollige taalgebruik en uitgebouwde karakterschetsen, aangevuld met groteske beschrijvingen van hun fysieke tekortkomingen, zet Kuipers zijn acteurs neer als karikaturen van bestaande personen. De humoristische overdrijvingen laten er geen twij fel over bestaan wie goed en wie slecht is. Een boef is echt een boef, een smeris een smeris en de echte smeerlappen blijven achter de schermen. Mensen die bekend zijn met de omgeving en de in het boek genoemde personages (onder pseu doniem) zullen vaak met leedvermaak deze per sonen herkennen. Met leedvermaak, temeer omdat Kuipers de opgevoerde personen niet spaart. Het verhaal gaat over een zoektocht naar Het Zeeuwse boekenweekgeschenk. een amulet, gestolen tijdens de archeologische opgraving op de markt van Middelburg in 1998 vandaar een bespreking van dit fictionele werk in Nehalennia. De hoofdpersoon, Siebe Edens, wordt min of meer gechanteerd door een hande laar/heler en gedwongen de amulet op te sporen. Siebe, een figuur met een ietwat schimmige aan boord van de PSD 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 34