Willem van Oranje, Jan van Nassau en Hendrick Thibaut werden door hem uitgegeven in de serie Nederlandse Historische Bronnen. Recentelijk was er nog zijn publicatie over de betekenis van Adriaan van de Vennes' schilderij 'Gezicht op Middelburg', dat hij identificeerde als het vertrek van Robert Sidney in 1616. In de door hem geïnitieerde reeks 'Voordrachten lopend onderzoek' van de Werkgroep Historie en Archeologie had hij hierover een verhandeling gehouden. Andere publi caties betroffen onder meer het Prinsenlogement te Middelburg, de Zeeuwse wandtapijten, de lite rator-jurist Johan de Brune en de koopman-avonturier David Baute. Zijn grote onderzoek naar de briefwisseling van Willem van Oranje voor het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis, zoals het thans heet, heeft hij net niet kunnen voltooien. Vanaf het midden van de jaren zeventig zette Hein zich met toenemende overgave in voor het Zeeuwsch Genootschap, waarvan hij in 1968 lid was geworden. In 1974 werd hij voorzitter van de Werkgroep Historie en Archeologie. Een jaar later kwam hij als vertegenwoordiger van de Werkgroep in het bestuur van het Genootschap, in 1977 werd hij adjunct-secretaris en in 1979 secretaris. In 1982 werd hij tot hoofdconservator benoemd. Met veel verve was hij tevens conser vator geschiedkundige voorwerpen en objecten, kunst en kunstnijverheid. Daarnaast was hij con servator muziekinstrumenten, waarnemend conservator volkskundige voorwerpen en heeft hij lang het conservatorschap volkenkundige voorwerpen waargenomen. Hij was nauw betrokken bij alle activiteiten van de Werkgroep Historie en Archeologie: de lezin gen, de Historische Studiedagen, de excursies, de onderzoeksprojecten (waarvan hij ook de initia tor was) huizendocumentatie en bewoningsgeschiedenis van Middelburg en Veere, het 'Testament Bommenee' en de indicering van het oud-archief en de prijsvragen van het Genootschap. Aan de totstandkoming van de in 1984 door de Werkgroep uitgegeven Lijst van leemten in het historisch onderzoek over Zeelandwaarvan dit jaar een tweede herziene druk zal verschijnen, heeft hij een grote bijdrage geleverd. De taken die de Werkgroep zich stelt ten aanzien van de beoefening en bevordering van geschiedschrijving en het behoud en beheer van de Genootschapsverzamelingen, lagen hem na aan het hart. Hij beijverde zich voor het oprichten van nieuwe Werkgroepen in het Genootschap. In 1977 was hij medeoprichter van de Werkgroep Muziek en in 1991 stond hij aan de wieg van de Werkgroep Kunstgeschiedenis. Vele jaren heeft hij redactionele werkzaamheden verricht. Van 1974 tot 1993 zat hij in de redactie van Nehalenniavoor zowel de Werkgroep als de dialectvereniging. Sinds 1975 was hij daarnaast lid van de Commissie tot Redactie van Archief en Werken. Hij maakte deel uit van de redactiecommissie van de Encyclopedie van Zeeland, waaraan hij ook de nodige bijdra gen leverde, en hij zat in de redactie van het 'O-nummer' van het in 1991 opgerichte tijdschrift Zeeland. Zijn werkzaamheden beperkten zich niet tot het kritisch lezen en vervolmaken van aange leverde teksten; in veel gevallen nam hij ook het plak- en opmaakwerk voor zijn rekening. Zijn aandeel in de jubileumviering en -catalogus bij de tentoonstelling van het Genootschap in het Zeeuws Museum bij het 225-jarig bestaan was groot. Namens het Genootschap zat hij vanaf 1982 in het bestuur van de Zeeuwse Museumstichting, sinds 1990 als secretaris. Hij heeft zich steeds sterk gemaakt voor een goed beheer van de collectie en voor de verdere uitbouw van het Zeeuws Museum als provinciaal kernmuseum, waarin een omvattend beeld wordt gegeven van de rijke geschiedenis van en de kunst en cultuur in Zeeland. Als geboren Zeeuw, vloeiend dialectspreker en historisch geïnteresseerde voelde Hein zich zeer verbonden met de werkzaamheden van de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek. Vanaf 1977 was hij bestuurslid en sinds 1980 vice-voorzitter. Ten gevolge van diverse voorzitterswisse lingen en de soms langdurige vacatures trad hij vaak als voorzitter op. Bijzonder groot was zijn inbreng bij het ontwikkelen van beleidsplannen, ingegeven door zijn visie op de plaats die de streektaal 3

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 7