gevoel voor humor, kon lachen en vond het leuk om voor de gek gehouden te worden. Ondanks zijn
overvolle agenda was hij nimmer gehaast en nam hij de tijd voor mensen. Verknocht aan Zeeland
en met een tomeloze energie zette hij zich steeds weer in. Liefde voor Zeeland en herkenning van
betrokkenheid en inzet daarvoor kwamen tot uiting in het schrijven van een biografie van W.S.
Unger in Archief 1989, een andere voor Zeeland en het Genootschap zo belangrijke historicus.
Op 5 juni 1998 promoveerde hij in Utrecht op zijn studie De souvereine en independente staat
Zeeland. De politiek van de provincie Zeeland inzake de vredesonderhandelingen met Spanje tij
dens de Tachtigjarige Oorlog tegen de achtergrond van de positie van Zeeland in de Republiekuit
gegeven door 'De Zwarte Arend', genoemd naar zijn huis in de Gortstraat. Zijn eerste doctoraal
scriptie had eindelijk het vervolg gekregen dat het verdiende. Voor hem was het een kroon op zijn
werk. De maar liefst dertig stellingen die hij aan zijn proefschrift toevoegde, getuigen van zijn ken
nis en veelzijdigheid. Van de feestavond, opgeluisterd door achttiende- en negentiende-eeuwse
muziek, genoot hij. Voor deze gelegenheid had hij, in stijl, de Fundatie van de Vrouwe van
Renswoude gekozen. De lof die hem die avond werd toegezwaaid, nam hij met een bescheiden
glimlach in ontvangst. Nog in de laatste nummers van 1998 van Nehalennia en Zeeland verschenen
lovende recensies van zijn boek.
Kort na zijn promotie werd hij in het ziekenhuis opgenomen. In december overleed hij. Na een
dienst in de kerk waar zijn vader had gepreekt, werd hij, onder grote belangstelling, begraven in de
plaats waar hij was geboren. Zeeland nam afscheid van een bijzonder mens en een uitnemend cul
tuurhistoricus. Hein Kluiver heeft met de door zijn toedoen verzamelde objecten, zijn adviezen, zijn
publicaties, maar vooral door zijn gedachtengoed, heel veel nagelaten. We zijn hem dankbaar voor
zijn nalatenschap en gedenken hem met diep respect.
Namens de besturen van de
Werkgroep Historie en Archeologie en de
Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek,
Erik van der Doe
Kees Martens
5