kort hiervoor gezinsuitbreiding gekregen en moest nu in plaats van zeven, acht kindermondjes vul
len. Ook hoopte hij weer hele dagen te kunnen gaan werken.
Twee maaltijden
Op vrijdag 28 april genoot een honderdtal kinderen uit arme gezinnen van de voor hen aangerichte
maaltijd, bestaande uit kalfsgehakt, aardappels en een glas melk. Net als in Middelburg kregen de
meisjes een pop en de jongens een griffelkoker of een kaatsbal. Daarnaast kreeg ieder kind nog een
dubbeltje en de kinderen, die geen speelgoed hadden gekregen, ontvingen twee dubbeltjes.
Intussen had de Middelburgsche Courant forse kritiek geuit op de Sequah-company, waarop
Charles Davenport reageerde, dat men deze kritiek had moeten leveren terwijl hij in de stad was en
niet nu, nu hij zich niet kon verweren.
Op vrijdag 5 mei werd er een tweede maaltijd gehouden, waar weer honderd kinderen aan deel
namen, 76 van school C en 24 van de bewaarschool op de Beestenmarkt. Ze zaten netjes aange
kleed aan twee lange, gedekte tafels onder de lommerrijke kastanjebomen in de tuin van de Prins
van Oranje en deden zich te goed aan aardappelen, kalfsvlees, peertjes, een glas melk, pudding met
bessensap en bruidsuikers. Ook nu kregen de meisjes een pop en de jongens een bal. Na afloop
zongen ze het op school geleerde versje Tk ben de docter Wonderbaar' en het Nederlandse volks
lied.
Afscheid van Goes
Op de laatste avonden in Goes trad Charles Davenport op in een kostuum waarin de kwakzalvers
vroeger op de kermissen gekleed gingen. Hij vertelde het publiek dat hij er zich niet voor schaam
de om het te dragen en ook niet om voor kwakzalver uitgemaakt te worden. Hij had het kostuum
gedragen in alle plaatsen waar hij was geweest en had er zijn fortuin in verdiend. Tevens maakte hij
bekend dat hij van plan was in de toekomst met rondreizen te stoppen en zich als masseur in Den
Haag te gaan vestigen.
Op maandag 7 mei, de voorlaatste avond dat Davenport een optreden gaf, vertelde hij het publiek,
dat hij, hoezeer hij ook tevreden was over zijn verblijf in de Ganzenstad, twee punten van kritiek
had. In de eerste plaats had hij hier geen patiënten kunnen behandelen, die door hun ziekte niet meer
konden staan en in de tweede plaats was het hem opgevallen, dat hij uitsluitend patiënten te behan
delen had gekregen uit de arbeiders- of middenstand, dit in tegenstelling tot zijn optredens in ande
re plaatsen.
Nadat de Sequah-company de stad Goes enige weken verlaten had, stelde de Goesche Courant een
onderzoek in naar de gezondheidstoestand van een vijfentwintigtal patiënten, die door Davenport
behandeld waren. In grote lijnen kon gesteld worden dat het merendeel van hen tot die tijd toe, baat
bij de behandeling had gehad en slechts een enkeling in de oude toestand was teruggekeerd.2
Sequah in Zierikzee
Op woensdagavond 17 mei 1893 stond er een talrijke menigte op de Nieuwe Haven in Zierikzee uit
te kijken naar de komst van de Spoorboot, waarmee de Sequah-company naar Zierikzee zou afrei
zen. Echter, ook hier, net als in de andere Zeeuwse plaatsen, tevergeefs. Het gevolg was dat het in
de stad onrustig werd en de politie handen vol werk had om de orde handhaven. Pas twee dagen
later kwam de stoet in de stad en al diezelfde avond vond in de Concertzaal de eerste show plaats,
waarbij twee patiënten gewreven werden. In zijn eerste toespraak in Zierikzee zei Davenport onder
meer:
'Beoordeel wat gij ziet, maar wees boven alles eerlijk, vooral eerlijk tegenover u zeiven'.
De eerste patiënt was een vrouw uit Haamstede, die pijn in de lendenen en beide benen had. Zij
werd zonder muziek behandeld en na afloop verklaarde het publiek niets te hebben gehoord. De
15