Tweede fase: vierhoekig kasteel met voorburcht?
Ten tijde van de overdracht in 1365 stond in Lodijke waarschijnlijk al een modern bakstenen kas
teel. Van verwoesting omstreeks 1300 is niets bekend. Hollandse wraakzucht, zoals in het geval van
het in 1301 verwoeste mottekasteel van Borssele (nu bekend als de Berg van Troje), was in Lodijke
niet aan de orde.
De elementen die de bron uit 1365 vermeldt (verschillende behuizingen, een toren, voorhof, boom
gaard en gracht) zijn op zichzelf niet in strijd met het beeld van een geëvolueerd mottecomplex met
opstallen, boerenbedrijf en dergelijke (de aparte vermelding van de toren kan ook duiden op een
donjon-achtige eerste fase). De overgang van de eerste naar de tweede fase zal zich echter, zoals
elders, in Lodijke hebben voltrokken ergens tussen het eind van de dertiende en het midden van de
veertiende eeuw, in elk geval vóór de overdracht in 1365. Op diplomatische grond meent immers
ook Dekker (1971, 496) dat in 1365 niet wordt gesproken over een mottekasteel.
Voor de tweede fase van het slot van Lodijke kunnen we denken aan een vierhoekig kasteel met
voorburcht. Dit vierhoekige, veelal grote en dure type was aan het begin van de dertiende eeuw in
Frankrijk in de omgeving van het koninklijk hof tot ontwikkeling gekomen. Men neemt aan, dat
graaf Floris V van Holland (1254-1296) het type in Nederland introduceerde. Het is het bekendste
kasteeltype in Nederland geworden; de bloeitijd in ons land strekt zich uit van ongeveer 1275 tot
1550. Een Zuid-Bevelands voorbeeld van het vierhoekige kasteel is de genoemde Hellenburg bij
Baarland, waarvan de fundering van de
hoofdburcht tot een aardig archeologisch
monument is opgemetseld.
De zuivere vorm van het vierhoekig type
behelst een vierkante plattegrond en vier
hoektorens. In het verdronken Valkenis-
se onder Waarde (Zuid-Beveland) is bij
archeologisch onderzoek zo'n - waar
schijnlijk - vierkant kasteel blootgelegd,
dat in een overloper uit 1558 al als voor
malig wordt aangeduid.
Omvang
Het terrein van de Loonburg te Lodijke
besloeg in 1365 binnen de uiterste gracht
en inclusief een stuk boomgaard onge
veer 13 gemeten, d.i. ongeveer 5,2 hecta
re. De formulering van de bron lijkt ove
rigens voor tweeërlei uitleg vatbaar; het is goed mogelijk dat genoemde 13 gemeten exclusief op de
boomgaard slaan. Niettemin steekt een en ander nogal pover af bij de afmetingen van een van
Zeelands meest belangrijke kastelen, namelijk dat van West-Souburg, het latere slot Aldegonde. Het
terrein hiervan, bestaand uit kasteel, park en boomgaard, besloeg in de zestiende en zeventiende
eeuw zo'n 148 gemeten (ongeveer 59 hectare). De omtrek van het eigenlijke kasteelterrein, inclu
sief de buitenste grachten, was ongeveer 320 meter; de buitenomtrek van de hoofdburcht exclusief
de grachten ongeveer 150 meter. De langste zijde van de hoofdburcht bedroeg ca. 44 meter, de kort
ste ongeveer 30 meter.
De hoofdburcht van de Hellenburg bij Baarland (de voorburcht kon niet worden gereconstrueerd)
had zijden van ongeveer 40 en 30 meter; het terrein inclusief de gracht bedroeg zo'n 55 x 50 meter;
de buitenomtrek van de hoofdburcht exclusief de grachten was 147 (31 42 36 38) meter.
Het archeologisch monument 'De Hellenburg' te
Baarland.
21