Vermoedelijk is het slot van Lodijke beter te vergelijken met het eveneens meer bescheiden kasteel
in het nabije Valkenisse. De afstand tussen de twee door archeologisch onderzoek aldaar ontdekte
torens bedroeg 11,5 meter: de doorsnede van twee ronde (hoek)torens ongeveer 6,5 meter. Met de
recente ontdekking van de tweede toren is vermoedelijk de gehele westelijke zijde blootgelegd, met
een totale lengte van ongeveer 24 a 25 meter. De plattegrond van het kasteel van Valkenisse, voor
zover nu bekend, doet zoals gezegd een waarschijnlijk vierkant gebouw vermoeden, met zijden dus
van ongeveer 25 meter.
Teloorgang
Tijdens de fatale Sint-Felixvloed in 1530 speelde Adriaan van Reimerswaal, kasteelheer te Lodijke,
een beruchte rol. Door zijn arrogantie - hij weigerde in te grijpen bij de dijkbreuk te Lodijke, omdat
hij er de haven bij zijn kasteel door wilde doen uitschuren - verloor hij zijn kasteel en heerlijkheid,
Kaart van het
Verdronken Land
van Zuid-
Beveland.
en zou geheel Beoosten Yerseke verloren zijn gegaan. Dit verhaal vinden we onder andere in het
pas in 1920 gepubliceerde Tractaetvan dyckagie van Andries Vierlingh, waterstaatkundige en oog
getuige van 1530. Vierlingh: 'Het haevenken schuerde zó dat mijnen heere van Lodijcke alle zijn
schoon goet verloos ende het geheel lant van bewesten [sic; moet zijn 'beoosten', JK] Yerseken
daarbij, ende schuert noch soo daegelijcx dattet niet te recouvreren en zal wesen dan met stucken
ende stellen' (Vierlingh 1920, 332). Deze geschiedenis is vóór en na de publicatie van Vierlinghs
manuscript vaak geboekstaafd, en leeft tot heden in Zeeland voort als een geschiedenis met mora
listische strekking tegen de hoogmoed.
Afbeeldingen van het kasteel
De historisch-topografische collectie Zelandia Illustrata van het Kon. Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen (Rijksarchief in Zeeland, Middelburg) bevat drie (fantasie-)afbeeldingen van het
kasteel van Lodijke, alle gemaakt lang na de ondergang. Zei. III. II nr. 1610, 'Lodijk, en
Romerswaal in het verschiet' is een achttiende-eeuwse tekening in kleur: Zei. 111. II nr. 1611, 'Het
22