Ruïne van hel kasteel van Lodijke in het Verdronken Land van Reimerswaal. slot te Lodijke in welstand' is een tekening gewassen in Oost-Indische inkt van A. Schoenmaker uit het begin van dezelfde achttiende eeuw. Zei. 111. II nr. 1612 biedt een afbeelding en techniek als voren, en is omstreeks 1745 gemaakt door de bekende Comelis Pronk. Actuele meldingen In recente tijd wordt melding gemaakt van restanten van het kasteel van Lodijke in het Lodijksche Gat.* Sportduikers spreken van ca. één tot maximaal vier meter hoge muurresten; deze zouden zich over een behoorlijke lengte op zestien meter in verband onder de hoogwaterlijn bevinden. De gemelde opstand van vier meter bevindt zich bij een hoek; de plattegrond van het kasteel zou al met al nog redelijk zichtbaar zijn. In verband staande muurresten en een nog zichtbare plattegrond lijken echter onmogelijk. Hier, op de bodem van het sinds zijn ontstaan in 1530 diep uitgeschuurde Lodijksche Gat (ter plaatse tussen de vijftien en twintig meter diep), kunnen redelijkerwijs alleen verspoelde restanten terecht zijn gekomen. Restanten, die bovendien ook afkomstig kunnen zijn van andere stenen bouwfragmenten uit Lodijke, zoals verspoelde funderingsresten van (waarschijnlijk houten) woonhuizen. Niettemin zijn de - stellige! - meldingen intrigerend genoeg. Het door Adriaan van Reimerswaal legendarisch geworden kasteel van Lodijke maakt er, ruim vier en een halve eeuw na zijn onder gang, een nogal raadselachtige rentree mee in de Zeeuwse geschiedenis. Nadere waarnemingen kunnen allicht meer exacte gegevens boven water brengen. Met dank aan de verzamelaar van deze meldingen Robbert Jan Swiers, voorzitter van de afdeling Zeeland van de Archeologische Werkgemeenschap Nederland (AWN) en sportduiker. 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 25