28. wouten'ent vogelverschrikker W. (Dob.; Kod.; Ok.; Osb.);Sch.-D. (Ha.); veugelverschrikkerZ.Ö.
(Ha.; Hkz.; Ier.; Ktg.; Ovz.); N.B. (Ks.); Z.V.W. (Bks.; Bvt.); L.v.H. (Lam.); strödivent T. (Svn).
29. verfrusse(n) verknoeien Sch.-D. Kwv.; L.v.H. (Lam); verpru(t)(s)senZ.B. (Ha.; Hh.; Hkz.;
Hrh.; Ier.; Kn.; Kpl.; Ovz.); N. B. (Kg.); Sch.-D. (Srd.; Dsr.; Nwk.); Z.V.W. (Bks.; Bvt.; Cz.; Gde,);
L.v.Ax. (Nz.); L.v.H. (Lam.); Z.V.O.-zuid (Cg.), bedèrve(n) T. (Scherp.).
30. besmoeseld besmeurd W. (Osb.); Z.B. (Ha.; Hh.; Hkz.; Hrh.; Ier.; Kpl.); N.B. (Col.; Kg.; Ks.);
T. (Svn.; Ovm.); Sch.-D. (Ha. Dsr.; Bns.); L.v.Ax. (Ax.; Nz.); L.v.H. (Lam.); Z.V.O.-zuid (Ov.;
Wdo.; Zdp.); G.-Ofl. (Ogp.), bedèrve(n) Kod., besmoefeld Hkz., bedumeld Kn, smoezelig Kn.;
Wde.; Col.; besmoesd Svn., besmeukt Bks., besmèrd Cz.; besmuisterd Gde., besmoesterd Ax., Zsg.,
mottig Cg.
31. garbeleur controleur van suikerbieten: nergens bevestigd. Peecontroleur Ha.; Svn., peeschrie-
ver Scherp.; Dsr., peetarreerder Dsr., tarreerder Bvt., Ksz., peeweger Ntg.
32. 'n cèntezak een vrek (W. (Dob.; Kod.; Ok.); Z.B. (Ier.); N.B. (Kg.; Ks.); Sch.-D (Ha.); L.v.Ax.
(Ax.); cèntepik Dob.; Bwh.. geldwofOsb/, Cg., geldzak Bsl., cèntebijter, - bieter Gpol.; Srd.; Dsr.,
geldziele Svn., cèntefreter Tin., vrekkelienk Cz., cèntenschurft Gde, cèntetrekker Nvl.
33. éénpikkel éénpotig melkstoeltje W. (Ok.); Z.B. (Hrh.; Kn.; Ier.); L.v.Ax. (Ax.; Nz.); Lv.H.
(Lam.; Hek.); Z.V.O.-zuid (Kw.; Wdo.), melkbankje Dob., bankje Osb., krukje Ha.; Ier.; Scherp.,
melkstoeltje Kpl.; Bks.; Scherp., maalbankje Svn., blokstoel Nvl., melkkrukje Ks.
34 Basser ziin/binn'n mêêstal géén bijters/bieters (W. Dob.; Kod.; Osb.); Z.B. (Bsl.; Wde.); N.B.
(Ks.); Z.V.W. (Gde.); L.v.Ax. (Ax.; Nz.); L.v.H. (Hek.); Z.V.O-zuid (Wdo.), lawijters zijn geen bij
ters Ov.; Zdp.
35. 'Arde schrêêuwers, klein van 'arte/'èrte W. (Dob.; Osb.); Z.B. (Bsl.; Ha.; Hh.); N.B. (Kg.; Ks.);
T. (Svn.); Sch.-D. (Srd.; Dsr.; Bns.); Z.V.W. (Nvl.); L.v.Ax. (Ax.; Nz.); L.v.H. (Ksz.; Hek.), ...klein
'artsjen Lam.
36. driespong, driesproeng weg die zich in tweeën vertakt W. (Dob.; Kod.; OPsb.); Z.B. (Bsl.;
Gpol.; Hh.; Ier.; Kn.; Kpl.; Ktg.; Wde.); N.B. (ks.); T. (Ank; Svn.; Tin.); Sch.-D. (Bg.; Ha.; Bwh.;
Dsr.; Kwv.; Bns.); Z.V.W. (Bks.; Bvt.; Cz.; Gde.; Nvl.); L.v.Ax. (Ax.; Nz.); L.v.H. (Ksz.; Lam.;
Hek.); Z.V.O.-zuid (Wdo); G. Ofl. (Odp.; Ogp.). De Driesproeng is een localisatie tussen IJzendijke
en Philippine.
37.fiente, grofheid, fijnheid van bijv. meel. W. (DOb.; Kod.; Ok.; Osb.; Vs.); Z.B. (Bsl.; Ha.; Hkz.;
Herh.; Ier.: Kn.; Ktg.; Ovz.; Wde.); N.B. (Col.; Kg.; Wsk.); T (Ank; Svn.; Tin.); Sch.-D. (Bg.; Ha.;
Srd.; Dsr.; Kwv.; Nwk.; Bns.); Z.V.W. (Cz.; gde.; Nvl(; L.v.Ax. (Ax.; Nz.); L.v.H. fijnte (Hek.);
Z.V.O.-zuid (Ov.; Wdo.; Zdp.). Bij de inzending van Koudekerke, schreef de heer J. Roose, dat het
een verouderd woord is en uit Kruiningen kregen we bericht, dat ook fienig 'eid mogelijk is.
De fiente van 't meel een zin in het liedje van Anja Kopmels (Kg), getiteld: Meulens en Turbines,
een uitgave van 1995.
38. amezu, in Bedankt vd d'... W. (Dob.); Sch.-D. (Ha.); Z.V.W. (Bvt.); voe licht en vier Hkz., voo
't amuzemènt Kn.; Wde.;Gde.; Wdo., voo de versiete Ks., voo de gezellig'eid Cz., voo noe en nog
's Nz., ammezaotie Hek., Cg. En in Clinge, schrijft de heer Omèr de Wilde, bedoelen ze met amme-
zaotie amusement.
De heer Martens uit 's-Heerenhoek, schreef ik gin ammezuu mi of m'n ammezuur is op. In de
betekenis: ik ben buiten adem.
39. Zó vet as 'n slekke, d'r 'aer/ 'aor isW (Dob.; Kod.; Ok.; Osb.); Z.B. (Bsl.; Gs.Ha.; Hkz.;
Hrh.; Kn.; Kpl.; Ktg.; Ovz.; Wde.); N.B. (Col.; Kg.; Ks.; Wsk.); T (Ank; Scherp.; Svn.; Ovm.; Tin.);
Phi. (Phi.); Sch.-D. (Bg.; Ha.; Srd.; Bwh.; Dsr.; Kwv.; Nwk.; Bns.; Rns.); Z.V.W. (Bks.; Bvt.; Cz.;
Gde.; Nvl.); L.v.Ax. (Ax.; Nz.); L.v.H. (Ksz.; Lam.; Hek.); Z.V.O.-zuid (Cg.; Kw.; Ov.; Wdo.;
Zpd.); G.-Ofl. (Ntg.; Odp.; Ogp.).
40. Trekker tractor. Terecht merkt de heer A. Beenhakker op, dat dit A. N. is.
49
