i friLfVStliEHI DE WETENSCHAP'IS DEN VERSTANDIGE LICHT. De heer en mevrouw Poley hadden voor hun uit gebreide bibliotheek een gezamenlijke ex-libris. Het is opmerkelijk dat mevrouw Poley over haar kinderloosheid en het verdriet daarover, heel ont roerende verzen schreef. De gedichten over haar liefde voor kinderen vind ik de beste uit de bun del. Treffend geeft de dichteres haar gevoelens weer: Mijn schattekind, mijn oogentroost! Jouw zoete glimlach overbloost De bleekheid van mijn leven. Als 'k jou niet had, waar zou ik heen? Voor niet de zoetste liefde, neen, Zou ik jouw liefde gevenP6 En een ander vers, Voor Joop geheten, eindigt met het couplet: En streelden jouw vingertjes spelend mijn wang En heb ik geknuffeld jou, zalig en lang, Mijn leegheid is weer voor een tijdje gevuld. Jouw zonnetje is 't, kind, dat mijn donker verguldt!'7 Hoe goed Francina Poley-Scheele ook de eenzaamheid en wreedheid van kinderen aan kan voelen, blijkt uit het gedicht, dat hier volledig geciteerd wordt: EENZAAMHEID Zij staat ter zijde bij het spel der velen En kijkt bedroefd der kind'ren vreugde aan. - 11

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 13