Oudere mensen wisten zich nog te herinneren dat rond 1765 het eens in het Veerse Gat wemelde van dergelijke grote 'vissen', die zelfs over het Noorderhoofd in Veere heensprongen, wat een prachtig schouwspel was. De Veerenaren waren echter zo bang van deze grote zeemonsters, dat nie mand het waagde om ook maar enigszins in de buurt van het Hoofd te komen. Ook toen wist men niet om welke dieren het ging en in kronieken uit die tijd noemde men ze 'thonijnen'. Geraadpleegde literatuur Middelburgsche Courant, 14 april 1825. Goesche Courant, 18 april 1825. 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 26