CLIO IN VRIJETIJDSKLEDING
De VOC als volkstoneel en Walcherse cultuurwandelingen
Jan J.B. Kuipers
Zo'n twee eeuwen wereldomspannende geschiedenis, die de levens van duizenden vérgaand beïn
vloedde - kun je die door drie personen wel in een toneelstuk laten stoppen? Het kan.
Ab Gietelink, Hans Daalder en Eva van Heyningen bewijzen het in 'De Heeren Zeventien. Over de
Vereenigde Oostindische Compagnie, de Hollandse koffiecultuur en de aandelenhandel'
Anders dan de ondertitel van dit stuk - een project van de Stichting Nomade - suggereert, komt er nog
veel meer aan de orde, een ware caleidoscoop van zaken en onderwerpen in verband met onze beroemd
ste handelscompagnie, 'een scheepsreis langs 18de-eeuwse verbeeldingen van Aziatische culturen'.
Het geraamte van het door vele overheden - waaronder de provincie Zeeland - gefinancierde stuk is
eenvoudig genoeg. 'We schrijven het jaar 1727.' meldt de begeleidende folder van Nomade. 'De
Heeren Zeventien vieren het 125 jarig jubileum van de "loffelijke compagnie" en besluiten tot het
opvoeren van de koffiehandel. Bewindhebber Brandaris, Bootsman Van Hooydonck en Mevrouw
Swellengrebel krijgen de opdracht om via Kaap de Goede Hoop naar Mocha te varen om een koffie-
plantstekje over te brengen naar Batavia en daar de bodem te leggen voor de Javaanse koffiecultuur.'
Want: 'Koffij is het product van deze tijd!' melden de acteurs ons vanuit het jaar 1727. En dat kof-
fiestekje? Dat wordt gewoon door de VOC'ers van de Arabieren gejat.
Onderworpen aan de verbeelding
Na een tournee in 1998 reisde Nomade met 'De Heeren Zeventien' in de zomer van 1999 langs tal
van historische locaties in de VOC-steden. Het theaterproject vormde de ruggengraat van een soort
VOC-totaalprogramma, waarbij ook rondleidingen, theaterdiners en museumbezoek werden aange
boden. De zomertour voerde langs Hoorn, Enkhuizen, Delft, Texel, Amsterdam, Rotterdam-
Delfshaven en uiteraard Middelburg, domicilie van de machtige Kamer Zeeland van de VOC.
Tien voorstellingen in juni en augustus stonden in de Zeeuwse hoofdstad op het programma; drie
personen die in de Burgerzaal van het stadhuis door middel van geschreeuw en gefluister, muziek,
mime, dans, bescheiden verkleedpartijen en geluidseffecten twee eeuwen geschiedenis opriepen,
met een beperkt aantal rekwisieten en gebruikmaking van de 'natuurlijke' omgeving. Zo dienden de
raamluiken van de Burgerzaal als luiken van poorten en de vensterbanken als - vensterbank, waar
in - zoals men placht te doen - werd gezeten en geconverseerd.
Buikdansen, een Japanse theeceremonie, een vergadering der 'Heeren', gekonkel en gekuip, het
wajangspel, zeeziekte en kakken op een scheepsemmer: alles draagt bij aan een rijk beeld van de
VOC, waarbij, zo schreef de Volkskrantdankzij de kwaliteit en ervaring van Gietelink en de zij
nen de valkuilen van een historische les worden ontweken. 'Met muziek, mime, dans en onweer
geluiden wordt de geschiedenis steeds weer onderworpen aan de verbeelding', meende Folia.
Vreemd genoeg komt het onderwerp 'scheurbuik' niet aan de orde, viel mij op.
Aardig is, dat de 'De Heeren Zeventien' is ingebed in een raamverhaal: dat van de hedendaagse
'Hollandse VOC Groep', die investeerders (het publiek) probeert te strikken. Spot en satire worden
niet gemeden, maar krijgen nergens de enge beperking van overdreven politieke correctheid, die
zoveel educatief vermaak grondig bederft. Behalve de zakkenvuiiende VOC-bonzen van weleer en
het investeringsrapalje van nu. krijgen ook zure feministen en fanatieke derde-wereldredders een
veeg uit de pan.
26