SPELLING RAAKT HET HART VAN DE TAAL Engel Reinhoudt 'De sprekers van de vele verschillende Chinese dialecten kunnen elkaar niet verstaan maar wel allemaal dezelfde karakters lezen. Ze bezigen sterk verschillende klankvormen wanneer ze de karakters hardop lezen. Het gemeenschappelijke schrift heeft de Chinese dialecten als groep bijeengehouden.' In het gebied waar Zeeuwse dialecten gesproken worden, lijkt het, als we sterk overdrijven, erop dat het hier net andersom is: we kunnen elkaar goed verstaan, maar we schrijven het zo verschillend. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat er van tijd tot tijd onenigheid ontstaat over de spelling. Dat geldt niet alleen voor het Zeeuws, dat gaat ook op voor het Nederlands. Spelling raakt ons meer dan we geneigd zijn te denken. Het verschijnen van het nieuwe 'groene boekje', een paar jaar geleden, bracht heel wat commotie teweeg. Waarom moeten we pannenkoeken schrijven, terwijl we dat nooit zo deden en je ook de tussen-n niet uitspreekt? Spelling is mensenwerk en het resultaat van een historische ontwikkeling van duizenden jaren. Wie daar aan morrelt, kan gedonder verwachten. Toch is een jaar of acht naar school gaan genoeg om te leren opschrijven wat men zeggen kan op een manier die een ander begrijpt. Weledel We ervaren ons spellingssysteem doorgaans als logisch. We hebben 26 letters om uit te drukken wat we zeggen willen. Die letters zijn symbolen voor klanken. Een symbool per klank, uitzonderingen daar gelaten. Dat er een historie aan vast zit, merk je het best als je naar andere talen kijkt. Ze gebruiken dezelfde letters, maar ze klinken heel anders. De historie duikt niet alleen op in de klank, ook de herkomst van een woord krijgt als het even kan een plaats. We schrijven theater, hoewel we de h niet uitspreken. Maar heel consequent doen we dat ook weer niet, want we schrijven allang geen philosophie meer, maar filosofie, terwijl dat van oorsprong ook een vreemd woord is. Van cadeau gingen we naar kado en weer terug naar cadeau. Copie werd kopie, maar kontant moest toch weer contant zijn. Dat maakt spelling moeilijk en soms bron van ergernis en strijd. Veel moeilijker dan we ervaren, bij het gebruik van eenzelfde letter voor een verschillende klank. In de zin 'de weledele heer kreeg een één' zie je dat de ene keer een e als een ee (uit zee) klinkt, dan weer als een u (uit put) om vervolgens ook nog eens op te duiken als een e (uit pet). De dubbele ee klinkt in heer en keer anders dan in een (un) en een (uit één). Soms klinken woorden hetzelfde, terwijl we ze anders schrijven: eis en ijs, beken en beken, gelag en gelach. Voor ons bekend, voor een buitenlander moeten dat soort dingen moeilijk zijn. In verband met regels over meervoudsvorming en werkwoordvervoeging zijn er tal van voorbeelden te noemen waar we niet schrijven wat we horen: ik word, bed. Je zegt een t en je schrijft een d. Zeerob met een b, terwijl je een p zegt. Voorbeelden te over. Schriefwiezer Het kan ook helemaal anders. Naast ons alfabetische systeem zijn er ook andere systemen. Zo berust het Chinees op karakters: een teken per woord. Het Hebreeuws kent alleen medeklinkers. Dat zou voor het Zeeuws misschien ook een oplossing zijn. 'Paard' schrijven Zeeuwen op nogal wat verschillende manieren als ze zich in het dialect uitdrukken: pèrd, paerd, pêrd, pjèrd, paord. In medeklinkers geschreven zouden we volstaan met PRD of PJRD en ieder zou bij het uitspreken zijn eigen klank er tussen kunnen voegen. Geen gezeur meer over de gewenste spelling. Maar dat zou dermate afwijken van wat we gewend zijn, dat dat geen haalbare kaart is. Voor de hand ligt dat wie dialect, spreektaal, wil gaan opschrijven gewoon uitgaat van het 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 19