1811, de Lourdesgrot, Napoleontische soldaten, buitenplaatsen. Heinkenszand in kronieken,
luidklokken, de in de vorige eeuw verworven Blasiusrelieken, het noodziekenhuis tijdens de
mobilisatie aan het eind van de jaren dertig - enz. enz. Tal van illustraties, kaderteksten en lijsten
vullen de tekst aan en verlevendigen deze. Jan de Ruiter moet nu toch wel op de helft zijn van zijn
dorpenreeks. Maar tekenen van vermoeidheid zijn in deze jongste publicatie nog niet aan te treffen.
Eef de Jonge-Everaert, "Door mijn gedaen de geschiedenis van de Zeeuwse merk- en stoplap
(Middelburg: VZM/BPMZ, 1999). 56 biz., afbn., lit. opg., losse bijlage. ISBN 90-9012966-9. Prijs
ƒ19,50.
In 1997-1998 realiseerden het Bureau Provinciaal
Museumconsulent Zeeland (BPMZ) en zeven
Zeeuwse musea het behoudsproject 'Ingelijst
textiel'. De 26 meest waardevolle ingelijste
textilia uit de Zeeuwse musea, voornamelijk
merk- en stoplappen, zijn onder deskundige
leiding behandeld door medewerkers van de
deelnemende musea. Mevrouw De Jonge-
Everaert (Streekmuseum De Meestoof, Sint-
Annaland), verzamelde in het kader van het
project veel informatie over achtergronden en
maaksters van de Zeeuwse merk- en stoplappen.
Resultaat: het voorliggende werkje "Door mijn
gedaen", een uitgave van het BPMZ en de
Vereniging van Zeeuwse musea (VZM). Dankzij
de medewerking van het Nederlands Centrum
voor Handwerken uit Breda kon als losse bijlage
het telpatroon worden toegevoegd van een der
mooiste merklappen uit de Zeeuwse musea,
namelijk die van Margaretha Anna Smytegelt uit
1762/63. Het boekje is bedoeld als 'voorschot' op
het jaar 2000, het jaar van de textiel, waarin meer
merklapactiviteiten worden ondernomen: o.a. een
reizende tentoonstelling en een poging om de
grootste merklap ter wereld te maken, die langer
moet worden dan het befaamde Tapijt van
Bayeux uit de elfde eeuw, dat ongeveer zeventig
meter telt.
De Jonge-Everaert publiceerde in een vorige
jaargang van Nehalennia al eens over merklappen
('Merk- en stoplappen'; afl. 108, 1996, 12-15); merkwaardig genoeg is dit artikel niet opgenomen
in de literatuuropgave van "Door mijn gedaen"
Merklappen zijn oefenstukjes waarmee de Zeeuwse meisjes zich bekwaamden in het merken en
borduren; met veel zorg en - aldus de auteur - 'getuige de kleine roestplekjes op de doeken, soms
tot bloedens toe'. Precisiewerk was het, dat artistieke en esthetische waarde kon hebben; dit gold
ook voor de stoplappen, gemaakt om versleten of beschadigde kleding mee op te 'lappen'. Dat de
maaksters vaak en met reden trots op hun werk waren, tonen afbeeldingen van interieurs met
ingelijste lappen. En dat het maken van merk- en stoplappen niet een allang uitgestorven
Devant le miroir. N. van der Waay, eerste
kwart twintigste eeuw, links een stoplap aan
de muur. Illustratie uit 'Door mij gedaan
28