vaardigheid is, blijkt onder andere uit een in het boek opgenomen merklap die het Zeeuwse wielerwonder Keetie Hage (wereldkampioene in 1968 en 1976) in 1980 maakte. Everaerts boekje geeft een rijk beeld van dit weinig behandelde onderwerp uit de volkskunde en volkskunst. Wel missen we een heldere typologische afbakening van de merk- en stoplappen. Dit doet wel enige afbreuk aan de documentaire en historisch-volkskundige waarde van "Door mijn gedaen", ondanks de 'nuttige adressen', de gegevens over Zeeuwse musea met merklappen in de collectie, de behandeling van veel gebruikte motieven, instructies over het inlijsten enz. Ook de informatie over de maatschappelijke contexten wordt naar mijn smaak te summier, onnadrukkelijk en versnipperd gepresenteerd. Dit gebrek aan helderheid van indeling wordt ernstig vermeerderd door de drieste vormgeving van Decreet/Ramon de Nennie. Na even bladeren en lezen schemeren al die tinten rood en roze je voor de ogen. Voor de zoveelste keer heeft de luidruchtige haan der boekenkunstenmakerij victorie gekraaid over smaak en vernuft. Jammer. Wie de artistiekerige vormgeving en de knalrode drukinkten weet te doorstaan heeft niettemin een boeiend volkskundig lees- en kijkboek in handen. Jan Kuipers «wï i H T v fv 1 i- t W t 1 1 r r- t f f t -- C Sm rii l#*ê1 Merklap van Keetie Hage met de hoeve Reigerburgh en racefietsen, 1980. 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 1999 | | pagina 31