S ELAN D IA
Zeelant,
eerste boek beslaat 462 bladzijden met 115 kaartjes. Een aan de voorzijde blanco pagina leidt het
tweede deel in. Op de keerzijde daarvan deelt de uitgever het volgende mee: 'om dat sulcx desen
Boeck niet te grof maken soude, ende daerom voor eenigen ongerijflicker, so heeft ons goet
gedacht, met Asiam een tweedendeel van dit Caert-Thresoor te beginnen; dan mach yder naer zijn
gelieven, of twee stucken, of een maecken, so dan het bintsel vallen can'. Hierin worden op 196
bladzijden met 54 kaartjes Azië, Afrika, Amerika en 'Magellanica' behandeld.
MÜUaria German, comm.
Teq>cnjrtrbt
Voor w
Ovtn rt.ACK.ec
'uylieriktfe
JfALCHCTfE*
l Tcppnuli^ -fr^
\rvr.ic
s~Mkdr
Voor ons is van belang de passage over Zeeland, geplaatst tussen Duitsland en Scandinavië. Ze
beslaan de pagina's 204 tot en met 210 en bevatten enkele aardige of anderszins curieuze passages
die ik hieronder laat volgen:
'Bysonder d'Eylanden van Zeelandt te beschrijven is niet wel doenlijck, ende met allen onseker,
alsoo de verwoede Zee daer mede soo speelt, dat 'tgheen op huyden landt is, morghen aen sommige
streecken sal water wesen, ende weder ter contrarie: doch de principaelste ende aldervaste worden
seven in getale bevonden, die met een arm van de Reviere, de Schelde, in twee deelen zijn
ghescheyden: te weten, drie aent Oosten, ende vier aent westen: daer over d'Eylanden Be-ooster
ende Be-wester Schelde gheheeten'. De eerste drie zijn "tEylandt van Schouwen', 'Duvelandt' en
't'Eylandt vander Tolen'. De vier 'aent westen' zijn: 't'grootste Eylandt Zuyd Bevelandt gheheeten,
om dat het selfde Landt eert bedijct was ende andersins beset, bevende of dryvende lach sonder
eenighe vaste grondt', 'Noordt-bevelandt in voorleden tyden met het stedeken Cortkeen bekent,
t'welck doch nu al met Neptuno overvloeyt is, toonende maer alleen de Clockgaten ende Toornen
met een deerlijck aensien', 'Wolfersdijck' en 'Walchria oft Walcheren, het vermaerste Eylandt vant
heele graefschap, niet soo seer om de grootte, als wel om de vasticheyt, ghelegentheyt van steden
ende rijekdom der inwoonderen'.
5