Scherper ende rouwer
Dat het toen met het milieu ook al niet alles was, getuige de volgende passage: 'Vande Locht in
Zeelandt soude ick niet veel goets moghen segghen, also die op sommighe plaetsen scherper ende
rouwer is, om de quade reuck van Broecken ende grachten, om tghebreck van boomen in sommighe
plaetsen.' Maar daartegenover staat dat 'het Aerdtrijck vet is ende vruchtbaer, want behalven de
schoone ende altoos groene Lauren-boomen, oock besyen tot rijpheyt draghende, 'twelck Brabant
niet en heeft, behalven de crachtighe en ghesonde Cruyden in sieckten ende oock voor ghesonde
luyden in smaecke bequaem, behalven het overwitte Sout, dat met vernuft der Inwoonderen
ghemaeckt wordt, behalven de Medecrappe, nootelick om de verruwe vande Lakenen te bewaren,
behalven het Coren dat nergens ghelijck heeft in witticheydt oft swaerte, behalven soo veel gesoute
ende gedroochde ook versche visschen: heeft Zeelandt noch schoone ende lustighe weyden, vette
ende weeldighe beesten, tot een groote contentement van alle die't aenschouwen'. Als Langenes de
schrijver van deze regels is geweest (en dat is lang niet zeker, want hij mag dan wel in zijn opdracht
aan de Staten van Zeeland spreken van 'dit mijn werck' maar dat hoeft in genen dele te betekenen
dat hij de auteur is; trouwens in de herdruk van 1609 die door Viverius tekstueel gewijzigd werd,
zegt deze: 'Dit werck is over eenighe jaren van eenen Jongh-man (ons onbekent) in Druck
ghegheven: doch in zijn af-wesen ghedruct(...)), dan zou hij in deze tijd als 'public relations officer'
hoge ogen gooien bij onze provinciale bestuurders.
Tot slot typeert hij de Zeeuwen aldus: 'D'lnwoonders zijn stercke luyden, groot van stature, in
verstant, subtijlheyt, list, bedroch ende alle loosheyt boven de Hollanders ghehouden: gaen veel met
de Zeevaert om ende zijn met recht door haer ervarentheyt opt water, te stellen als eerstgeboren
kinderen van Neptunus. Haer sprake is ghemengt met Brabantsch ende Vlaemsch; zijn daer
beneffens cluchtigh, ende die gaerne yemant het zijn seggen, bytende, wat ghemeens met haer soute
ende bracke gronden hebbende. Worden mede gehouden als wellustich, ende de goede maeltijden
beminnen, gaerne ter feest'.
Of deze laatste zin echt aan de waarheid beantwoordt, waag ik te betwijfelen, maar in ieder geval
zijn we in het eerste Nederlandse zakatlasje op deze manier 'op de kaart gezet'.
Het in de aanhef van dit artikel genoemde setje met 5 ansichtkaarten, Zelandica in oude kaarten, is
te koop voor 7.50 bij de Zeeuwse Bibliotheek of te bestellen door overmaking van 10,- (incl.
verzendkosten) op girorekening 1617045 t.n.v. tichting Vrienden van de Zeeuwse Bibliotheek te
Middelburg onder vermelding van 'Kaarten Zelandica'. U steunt hiermee het restauratiefonds van
de Zeeuwse Bibliotheek!
Literatuur
C.P. Burger Jr., De deurvaert by Noorden om naar Cathay ende China's-Gravenhage 1930.
H.A.M. van der Heijden, Oude kaarten der Nederlanden, 1548-1794.Historische beschouwing, kaartbeschrijving,
afbeelding, comment aar/Old maps of the Netherlands, 1548 -1794. An annotated and illustrated cartobibliography. 2 delen,
Alphen aan den Rijn/Leuven 1998.
C. Koeman, Atlantes Neerlandici. Bibliography of terrestrial, maritime and celestial atlases and pilot books, published in
the Netherlands up to 1880. 6 delen, Amsterdam 1967-1985.
P.A. Tiele, Nederlandsche Bibliographie van Land- en VolkenkundeAmsterdam 1884.
Paul Valkema Blauw, Typographic Batava 1541-1600. Repertorium van boeken gedrukt in Nederland tusen 1541 en 1600.
2 delen, Nieuwkoop 1998.
Kees Zandvliet, Mapping for Money. Maps, plans and topographic paintings and their role in Dutch overseas expansions
during the 16th and 17th centuriesAmsterdam 1998.
6