(overigens inconsequente) verzet tegen de prerevolutionaire regeringsinstellingen bijgedragen, alsmede zijn pleidooi voor een Belgische souvereiniteit op grondwettelijke basis en zijn aanbeve lingen aangaande een zuivere bestuursopvatting van de Vlaamse magistraat.29 Piccardt, Gideon, Wilkens en in mindere mate Hietbrink tenslotte duiden de geschriften van Homerus weliswaar in historische zin, het echte belang ligt naar hun mening op een ander niveau, namelijk dat van de menselijke psyche. Zij zien de Ilias en Odyssee vooral als een zoektocht naar de eigen geestelijke wortels en naar de verborgen krachten van de innerlijke individualiteit. Al deze beschouwingen komen voort uit de stroming van de nieuwe spiritualiteit, vooral de New Agebeweging met haar quasimystiek, esoterie, astro-, parapsycho-, transcendente- en andere triviaallogieën; begrijpelijk als gevolg van de ontideologisering, als reactie op een versplinterend postmodernisme en als uiting van een fin-de-siècle-verveeldheid, onbegrijpelijk evenwel in zijn precedentloze oppervlakkigheid. De strekking van het voorgaande zal inmiddels duidelijk zijn. Een vergelijking tussen het werk dat de aanleiding vormde tot dit verhaal, namelijk dat van Wilkens, en het werk van zijn voorgangers is even onplezierig als ontluisterend. Van al hetgeen hij presenteert als verrassende vondsten, geïn spireerde invallen en geraffineerd-wetenschappelijke arbeid blijft weinig oorspronkelijks over. Zijn zogenaamde onthullingen van Homerus' geheimen blijken grotendeels reeds eerder te boek gesteld. De verwijzingen naar de bovengenoemde bronnen zijn nochtans op zijn best marginaal. Hier spreekt met andere woorden een onderzoeker die de grenzen van het plagiaat dicht nadert, zo niet overschrijdt. Niet alleen de bijna volkomen verzwijging van zijn belangrijkste bronnen is niet te verdedigen, ook methodisch, om het voorzichtig te zeggen, klopt zijn werk niet. Het voert te ver hier de vele feilen uitgebreid te bespreken, zoals reeds het foutieve uitgangspunt Homerus geheel en al letterlijk te nemen, de vaak zwakke, zo niet discutabele kwaliteit van de gebruikte literatuur, de vele cirkelre deneringen, vermoedens die later als feiten worden voorgesteld, anachronismen, enzovoorts. Op één aspect willen we niettemin wat nader ingaan, omdat het Wilkens' bewijsvoering goed illu streert, het over Zeeuws-Vlaanderen gaat (omdat we voorgenomen hadden ons daartoe te beperken) en het ons terugbrengt naar waar we dit artikel begonnen. En passant bekijken we ook de ZeeuwsVlaamse goropismen van Wilkens' 'collegae.' Toponymische goropismen in Zeeland Wilkens beschouwt het als zijn grootste verdienste honderden Homerische plaatsnamen te hebben kunnen identificeren en lokaliseren.30 Ontdaan van hun vergriekste vorm meent hij ze alle te heb ben aangetroffen als nog bestaande plaats- en riviernamen in West-Europa. Zijn verklaring voor de veranderingen die de namen in de loop van de tijd hebben ondergaan zijn, zegt hij, 'volgens de gevestigde regels van de etymologie.'31 De historische plaatsnaamkunde wordt trouwens niet ety mologie, maar toponymie genoemd. Fundamenteler is echter het feit dat hij geen etymologische, of beter, toponymische verklaringen geeft, maar fantasierijke woord- en klankassociaties. Een paar voorbeelden ter verduidelijking. Wilkens is, zoals reeds vermeld, van mening dat een groot aantal plaatsnamen in Zeeland verband houdt met namen die voorkomen in de Ilias, de Odyssee en de klassieke mythologie. Evenals onder meer Lipsius, De Grave en Dresselhuis denkt hij dat de naam van de godin Kirke bewaard is geble ven in 'de stad Zierikzee en in veel plaatsnamen die eindigen op -kerke." Zonnemaire is het 'dorp waarvan de naam een toespeling [is] op Circes voorvaderen, Helius en Oceanus (Zon-Zee).' Haamstede werd genoemd naar 'Haemus een zoon van Boreas, god van de noorderwind.' De plaats naam Nisse houdt verband met 'Nyssa, een nimf en verzorgster van Dionysus, god van de wijn stok.' Borssele is 'een dorp genoemd naar het monster Porce, een zeeslang die Laocöon, priester van Apollo in Troje, doodde.' Vlissingen draagt, zoals we inmiddels weten, de naam van haar 8

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 12