R E G T Sara Huyssoon-Geldof Sara Huyssoon-Geldof uit de Winterstraat in Middelburg was de enige vrouw, die in de negentiende eeuw haar leven liet op het schavot; zij werd veroordeeld wegens de moord op de dertien jarige Catharina Blok." Haar geschiedenis begon in de maand februari van het jaar 1838 toen ze dringend behoefte had aan geld en de gouden strikken14 van haar dochtertje verpandde. Dit was zeer tegen de zin van haar man, die er steeds op aan bleef dringen dat ze die terug moest halen. Uit angst door hem mis handeld te worden ontstond in haar brein het bizarre plan om de dertienjarige Catharina Blok, die dezelfde strikken droeg als haar dochtertje en regelmatig bij haar aan de deur kwam, om het leven te brengen en zich vervolgens haar sieraden toe te eige nen. Na een eerder mislukte poging vroeg ze op maandagmorgen 26 maart Catharina, die appels kwam brengen, binnen te komen. Ze lokte het niets vermoedende kind mee naar boven, waar ze haar wrede plan ten uitvoer bracht. De sieraden verborg ze in een kast, het naakte lijk gooide ze via het secreet in het riool en alle overige sporen wiste ze zorgvuldig uit. Toen de verontruste vader van Catharina enige tijd later kwam informeren waar zijn dochter was, antwoordde Sara dat ze met de appels bij haar aan de deur was geweest, maar in de richting van de stadsschuur was verdwenen, waarop Willem Blok de vermissing bij de justitie opgaf. Toen enige gerechtsdienaren nog diezelfde avond bij Sara huiszoeking deden vonden ze al spoedig het lijk en de sieraden. Om een woedende volksmenigte die zich overdag voor haar huis had ver zameld, te ontlopen werd Sara 's nachts en gebonden op een stoel naar het Huis van Bewaring aan de Kousteensedijk overgebracht. Op vrijdag 29 juni 1838 behandelde het Hof van Assises de zaak van Sara Janse Geldof en al de dag daarna volgde de uitspraak. Sara werd schuldig verklaard aan 'moedwillige doodslag, verge zeld en opgevolgd door diefstal'. Ze werd veroordeeld tot de doodstraf met de strop, door verwor ging aan een paal, alsmede tot betaling van de kosten van het proces. Een verzoek tot gratie werd door de koning afgewezen en op 24 september 1838 werd Sara naar het schavot geleid, waar de beul om half één 's middags een einde aan haar leven maakte. Jacobus Baert De op een na laatste gehangen moordenaar was de veertigjarige dijkwerker Jacobus Baert15 die bijna zijn straf ontliep, ware het niet dat hij op de avond van de moord nog gezien was door twee voer lui. Zij stonden met pech aan de kant van de weg en verwonderden zich erover dat Jacobus nog zo laat van huis ging. Hier volgt zijn verhaal: Op de avond van 23 december 1840 verliet Jacobus Baert zijn eenvoudige woninkje in Eliewoutsdijk. Hij was van plan die avond naar de oude Balten Zuidwegt en zijn zuster Janna te gaan, die samen woonden in een bouwvallig huisje in Hoedekenskerke. Hij wilde de twee oudjes, die hij van vroeger kende, om een paar rijksdaalders vragen. De tocht duurde ongeveer twee uur en onderweg trok hij een paaltje uit de grond, dat hij als wapen kon gebruiken. Bij de familie Zuidwegt trof hij de deur en de luiken reeds gesloten. Door een raam boven de bui tenblinden tuurde Jacobus naar binnen en hij zag dat het tweetal geen bezoek had. Vervolgens wachtte hij totdat Janna de deur opende om de kat buiten te laten. Hij stapte naar haar toe en vroeg ZWAAR or JUSTITIE Uitgeroerd te Hiddelborg in Zeeland aan de per— loon ran 8ARA JANSE GELDOF Moordenarease ran een onaebnldig 13 jarig n»ei*jc, op den 24 September 1838. 25

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 29