4> Mê^JF 4 x& T«-"V i 'Brave koppen en gladde aengesigten' geen objecten in beheer mag nemen, waarvoor het niet op de juiste manier kan zorgen. Vanuit het heden geoordeeld heeft het Goese stadsbestuur dus in museaal opzicht zeer verantwoord gehandeld! Natuurlijk zullen we nooit weten wat er met de schilderijen zou zijn gebeurd indien ze niet waren verkocht en nog eens tientallen jaren in de meest erbarmelijke omstandigheden bewaard zouden zijn. Het boek over de Goese schutters en hun schilders ziet er prachtig uit. De vele 'brave koppen en gladde aengesichten' die de lezer vanaf het omslag en binnenwerk in full colour aankijken, zijn gevangen in plechtig zwart, wat hun gewichtige voorkomen niet licht versterkt. Dus dit zijn ze: de wakkere wakers van het zeventiende-eeuwse Goes. Belangrijke lieden, zich duidelijk bewust van hun status als schutter, inclusief de daaraan verbonden rechten en plichten. Niet bepaald het beeld van een groepje olijke kwanten dat wel raad wist met een goede en vooral een uitgebreide maaltijd. Dit wat speelsere beeld van de schutters komt niet naar voren uit de schilderijen, maar wel uit de overgebleven archivalia. Zo werd jaarlijks de 'blijde maeltijdt' gehouden, die twee tot drie dagen duurde. Het ging er daarbij soms ruw aan toe. Na afloop moest, iedere keer weer, betaald worden voor de vele gebroken roemers, glazen en schalen. Ook de stoelen en banken en zelfs de kostbare zilveren bekers moesten het ontgelden. Men had duidelijk plezier. En het eten zelf? Het boek geeft een tot de verbeelding sprekende opsomming van de jaarlijkse maaltijd van het Sint-Jorisgilde uit 1693. Hier alleen het begin: 'drie goede braetverckens, vijf stucken gebraden ossevlees, vijf scho tels gebraden hoenders, drie van de beste Westphaelse hammen Over de schuttersgilden is veel interessants te lezen. Het boek geeft een vlot leesbaar historisch overzicht van de drie schuttersgilden die er in Goes zijn geweest: het Sint-Jorisgilde, het Sint- Sebastiaansgilde en het Sinl-Adriaansgilde. Schuttersgilden kwamen in de meeste steden voor, maar niet altijd zijn daar tastbare herinneringen van overgebleven. Op het afgebeelde vaandel van 45

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 49