Zeeland aan het begin van de eeuw: een wat ingeslapen
agrarische provincie, waarin stadjes als Veere en Zierikzee
een dommelend bestaan leidden, hoewel met een geheel
eigen karakter, toch wat terend op de nagalm van een groots
verleden. Aan het einde van de eeuw na jaren van ramp
spoed en ellende is Zeeland een welvarende provincie,
dynamisch en in de geest van de tijd steeds meer opgaand
in de uniformiteit van Nederland en Europa.
In een groot aantal korte hoofdstukjes, dikwijls doorspekt
met citaten uit contemporaine publicaties, worden de hoog
te- en dieptepunten van de afgelopen honderd jaar
geschetst.
Misschien is het toevallig, maar één van de eerste afbeel
dingen toont het strandleven omstreeks 1900, terwijl de
laatste een beeld laat zien van de veranderingen in de vele
haventjes. De kade vol met glanzende auto's en in de haven
oude zeilschepen en nieuwe jachten. Daar tussenin tiental
len dikwijls nooit gepubliceerde foto's, waarvoor we de
beeldredactrice Katie Zonnevylle van harte mogen compli
menteren.
In honderd jaar zijn er natuurlijk duizenden, zo niet miljoenen grote en kleine vermeldenswaardige
evenementen her en der in de provincie gebeurd. Ondoenlijk om ze allemaal te releveren. Door de
redactiecommissie bestaande uit D. Anbeek, M.P. de Bruin, A.P. de Klerk, A. Wiggers, C.E.
Zonnevylle en J.J.B. Kuipers is een zestigtal onderwerpen geselecteerd en gegroepeerd in een vijf
tal tijdperken.
Natuurlijk de grote gebeurtenissen. De Eerste Wereldoorlog met zijn grote aantallen Belgische
vluchtelingen, de crisistijd van de jaren twintig en dertig met de grote staking bij de Schelde of de
stadsbrand van Middelburg in 1929. De Tweede Wereldoorlog met zijn verschrikkingen en een
totaal verwoest Walcheren en Zeeuws-Vlaanderen achterlatend. Dan de watersnoodramp van 1953,
waardoor de eeuw in twee delen uiteenvalt: vóór en na de ramp. Na de ramp de grote waterstaats
werken in Zeeland waardoor de infrastructuur geheel gewijzigd wordt. De mechanisatie van de
landbouw, waarbij vrijwel de gehele arbeidersstand verdwijnt en de boeren dreigen te vereenzamen
op hun bedrijven.
In het boek worden echter ook tientallen kleine gebeurtenissen aangesneden, zoals de 36 straatlan
tarens in Kortgene in 1930; het ongeval met een auto in 1928, waarbij een meisje het leven verloor
en gesproken werd over de razende snelheid van de twintigste eeuw. Of Mondriaan, die in Domburg
bekende schilders rondom zich verzamelt en een rode molen schildert. De Nederlandse militairen
uit de Eerste Wereldoorlog die behendigheidsspelletjes doen. De koninklijke bezoeken aan de
Provincie komen in beeld, de uitbreidende luchtvaart doet van zich spreken en blijft tot het einde
van de eeuw de gemoederen bezig houden. Ruzies op het kerkelijk erf worden evenmin vergeten,
hoe kan het ook anders in een provincie waar de religie op vele plaatsen een dominante rol speelt.
In de tweede helft van deze eeuw is het evenwel de toenemende onkerkelijkheid die vele kerkge
meenschappen aan de rand van de afgrond brengt.
Gemeentelijke herindelingen doen hun intrede en zorgen voor schaalvergroting, maar ook voor toe
nemende afstand tussen bestuurders en burgers.
En zo is de eeuw voorbijgegaan, op velerlei gebied is de provincie ingrijpend veranderd. De kle
derdrachten zijn vrijwel verdwenen, via een bloeiende vereniging zijn ze thans cultureel erfgoed
Vlissings strandleven omstreeks
1900
47