geworden. De Zeeuwse taele kreeg een eigen woor
denboek, maar de streektaal verdween gaandeweg
door allerlei oorzaken. In de nieuwe eeuw zal een
streektaalfunctionaris misschien vergeefse moeite
doen het wondermooie 'Zeeuws' nieuw leven in te
blazen.
Mogelijk zullen veel Zeeuwen zich op foto's of in de
geschreven tekst herkennen. De schrijver meende ik
te ontwaren toen hij nog aanmerkelijk jonger was,
terwijl ik mezelf als vijfjarig jongetje terug vond in
de Yerseke moer...
Voorzover u dit boek niet cadeau hebt gekregen, is de
aankoop de kosten en de moeite zeker waard.
B. Oele
Klederdrachten als
cultureel erfgoed.
Ruud Paesie, Het VOC-schip Ravesteyn. De laatste reis van een Oostindiëvaarder (Amsterdam: De
Bataafsche Leeuw, 1999). 205 biz., lit. opg., reg. ISBN 90 6707 480 2. Prijs 79,-.
Hoewel de Verenigde Oostindische Compagnie (VOC) al aan het eind van de achttiende eeuw werd
opgeheven blijft deze maatschappij, die wel de eerste multinational ter wereld werd genoemd, tot
de verbeelding spreken. Met enige regelmaat worden er publicaties over de compagnie uitgebracht
en dat zal vermoedelijk de komende tijd, richting het herdenkingsjaar 2002 (de VOC werd in 1602
opgericht), alleen nog maar toenemen. Uitgeverij De Bataafsche Leeuw deed vorig jaar een schit
terend boek over een Zeeuws VOC-schip het licht zien: Het VOC-schip Ravesteyn. De laatste reis
van een Oostindiëvaarder. De auteur van dit boek, Ruud Paesie, is sedert 1994 als duikinstructeur
werkzaam op de Maldiven, een eilandengroep in de Indische Oceaan. Geen slechte plek om te ver
toeven lijkt me, gelet op de fraaie kleurenfoto's in dit boek (bijvoorbeeld op blz. 10, 13 en 135-136).
Paesie wist in 1997 de plek te lokaliseren waar de Ravesteyn op 9 mei 1726 op weg naar Ceylon op
een rif liep en verging. Erg veel van het schip kon er helaas niet geborgen worden aangezien het
wrak onder een metersdikke koraallaag ligt. De nieuwsgierigheid van Paesie was echter gewekt. Hij
maakte een reconstructie van de laatste reis van het schip en beschrijft een en ander in dit boek. Hij
deed daarvoor uitbreid literatuur- en archiefonderzoek (niet alleen in Middelburg en Den Haag,
maar ook in Zuid-Afrika en Sri Lanka).
De Ravesteyn werd voor de Kamer Zeeland van de VOC (na Amsterdam de tweede kamer in de
Republiek) in 1719-1720 op de Oostindische werf in Middelburg (het huidige Maisbaaigebied)
gebouwd. De auteur gaat uitgebreid in op de geschiedenis van de stad en de werf. Afgezien van wat
kleinere fouten - waarvan het meest in het oog springen: het beleg van Antwerpen vond plaats in
1584-1585 en niet 1582 (blz. 21), de afgebeelde rechter gevelsteen van het eind zestiende-eeuwse
(i.p.v. eind zeventiende-eeuwse) pakhuis is nieuw: er zit een restaurant in (blz. 35), in het onderste
48