Bovenstaande tabel is slechts gedeeltelijk te vergelijken met de andere omdat de bedrijven groter dan 20 ha reeds als 'groot' werden beschouwd (in figuur 1 en 2 lag de drempel op 30 ha). Toch blijkt eruit dat de kleine bedrijven veel belangrijker waren en zelfs nog aangroeiden in de loop van de moderne tijden. Deze evolutie is, in grote lijnen, tegengesteld aan wat zich in de kustgebieden voordeed. De oorsprong van het middelgroot tot groot bedrijf en van de tendens naar vergroting van de kleine bedrijven in Zeeuws- en kust-Vlaanderen moet misschien gezocht worden in de Late Middeleeuwen. Dit kan blijken uit volgende figuur, waarbij pachtgronden in westelijk Zeeuws-Vlaanderen van de Gentse Sint Pietersabdij werden geanaliseerd. Ze komen uit in een recente studie die onder onze supervisie werd uitgevoerd. Hoewel het hier niet gaat om bedrijven toont de volgende tabel (figuur 4) duidelijk aan dat er zich in de loop van de vijftiende-zestiende eeuw een bedrijfsconcentratie voordeed bij de kleinere (pacht)bedrijven.4 Lag hier de oorsprong van het (relatief) grote bedrijf dat Priester bespreekt? Figuur 4. Hoeveelheid gepachte grond per pachter op het domein van de Gentse Sint Pietersabdij in West Zeeuws- Vlaanderen in vier tijdsblokken^ Periode 1375-1400 1400-1450 1450-1500 1500-1560 Hoeveelheid tot 0,75 ha 20 9 10 12 0,75 - 1,5 ha 30 24 24 13 1,5 - 3,75 ha 30 37 25 29 3,75 - 7,5 ha 14 20 16 16 7,5 - 49 ha 6 10 25 30 In binnen-Vlaanderen - de regio van de 'echte' Vlaamse verbouw zoals we al vermeldden - was het kleine bedrijf overheersend, wellicht al sinds de late dertiende eeuw en heeft zich geen tendens voorgedaan naar schaalvergroting. Integendeel, er vond de gehele periode van de dertiende tot de negentiende eeuw een steeds grotere versnippering plaats en de enkele grote bedrijven die er waren moesten vanaf de zeventiende eeuw terrein prijs geven (Thoen 1999)! Waarom? Het antwoord is niet gemakkelijk, maar alvorens enkele suggesties te doen inzake interpretatie, keren we terug naar de productie, meer bepaald naar de aard van de bedrijfsvoering in relatie met de exploitatiestructuren. 2.3. De bedrijfsvoering: commercie versus overleven. De relatie met de exploita tiestructuren Peter Priester geeft in zijn boek heel wat nuttige gegevens die toelaten het productievolume en de productiemethoden waarover we het al gedeeltelijk hadden, op een betrouwbare wijze te meten. Hij komt tot de conclusie dat er vóór 1870 geen sprake was van een 'revolutie' (Priester 1998, 413-419). In tegenstelling tot gebieden als Vlaanderen, waarop ik terugkom, en Engeland, had de veralgemening van de klaverteelt er geen betekenisvolle invloed, meer zelfs: deze teelt was er helemaal niet 14 LANDBOUW IN ZEELAND

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 16