Water stroomt altijd naar de zee, zo bleek ook tijdens de depressie in de eerste helft
van de achttiende eeuw. De kinderen Mullié, met hun bijna 110 ha grote bedrijf en hun
forse financiële reserves (3.600 gulden in 1740)14 en andere welgestelde boeren
konden zich het veroorloven hun graan te verkopen op het meest gunstige tijdstip.
Hun minder bedeelde collega's konden dat niet en moesten genoegen nemen met de
lagere prijzen die door niet altijd even scrupuleuze kooplieden werden geboden. De
sterken konden zo de crisis overleven en zich zelfs nog verrijken; de zwakkeren
gingen vaak ten onder.
Toen vanaf 1750 de graanprijzen zich herstelden, veranderde de situatie. De rol
van de tussenhandel werd kleiner en kleiner. Na 1760 waren er in Sluis geen
graanhandelaren van betekenis meer en rond 1780 was ook de rol van de
'Oosterhouters' uitgespeeld. De zwakke boeren waren tijdens de voorgaande decennia
verdwenen en de overblij venden waren kapitaalkrachtig genoeg om zelf hun graan te
verkopen. Aan tussenhandelaren bestond geen behoefte meer.
De bestemming van het uitgevoerde graan
We hebben nu gezien hoe de graanhandel was georganiseerd en wie het meest van die
handel profiteerden, maar waar ging dat graan nu eigenlijk heen? Zoals aan het begin
van deze bijdrage al aangegeven, is Priester ervan uitgegaan dat de Zeeuwse boeren
hun tarwe en andere gewassen vooral afzetten op de Hollandse markt. Volgens
Bouman was Middelburg de stapelmarkt voor het Zeeuwse graan; vanuit deze stad
vond het vervolgens zijn weg naar de Hollandse steden.15 Deze visie op de Zeeuwse
graanuitvoer hebben zij vooral gebaseerd op de door hen geconstateerde toestand aan
het eind van de achttiende eeuw en is voor die periode zeker ook juist. Maar was dat
ook vroeger het geval? Ging het Zeeuwse graan altijd naar Holland en is Middelburg
inderdaad altijd de stapelplaats geweest?
a. Periode 1693-1698 b. Periode 1720-1729 c. Periode 1760-1769
Overige
9
Rotterdam
23
Middelburg
22
Middelburg
53
Middelburg
4
Rotterdam
Gent
29
Amsterdam
6 Rotterdam
29
Breda
15
Overige
Brec?a
7
Figuur 2. Graanexport naar bestemming (in
Voor het West Zeeuws-Vlaamse graan kunnen deze vragen worden beantwoord
met behulp van de rekeningen van het Sluise kantoor van de Zeeuwse tol. Daarin zijn
voor de periode 1693-1794 de exporten van landbouwproducten vanuit deze haven
geregistreerd. In de figuren 2a, b en c zijn exporten van granen, peulvruchten en zaden
naar bestemming weergegeven voor de perioden 1693-1698, 1720-1729 en 1760-
DE KOOPMAN EN DE BOER
37