Levendige handel in de graanheurs in Middelburg. Tekening door J. Arends, c. 1775 (Zeeuws Archief, Zelandia Illustrata II, 270) geworden, met Rotterdam op grote afstand als tweede. Toen omstreeks 1780 de 'Oosterhouters' verdwenen, nam Middelburg ook het marktaandeel van Breda over. Zo'n driekwart van de tarwe, gerst en andere producten uit het Land van Cadzand werd toen verhandeld op de Middelburgse graanheurs. Toen de Fransen in 1795 een verbod instelden op de uitvoer van graan naar de Bataafse Republiek, kwam daaraan alweer een eind en na 1815 heeft de Middelburgse graanmarkt zich niet meer hersteld.20 Voor het Zeeuws-Vlaamse graan is Middelburg dus maar ongeveer een halve eeuw lang de stapelmarkt geweest. Waarom deed zich nu juist rond 1740 een omslag voor en kon Middelburg toen de positie van Rotterdam overnemen? Van verbreking van handelscontacten door oorlogen of exportverboden was toen geen sprake en ook een afname van de vraag in het afzetgebied speelde geen rol. Men veranderde ook niet van afzetgebied. Uiteindelijk kwam het Cadzandse graan toch in Holland terecht, alleen niet meer rechtstreeks, maar langs een omweg via Middelburg. De oorzaak van deze verandering ligt in het feit dat omstreeks 1740 de graanuitvoer steeds meer voor rekening van de boeren zelf geschiedde. De handelaren die de export lot 1740 domineerden, lieten het graan rechtstreeks naar Rotterdam of Amsterdam verschepen. Deze gespecialiseerde kooplui waren goed geïnformeerd over de marktprijzen in Holland en hadden de omweg via Middelburg dus niet nodig. Voor de boeren lag dat echter anders. Zij waren minder goed op de hoogte van de marktontwikkelingen en beperkten zich daarom kennelijk liever tot de meest nabijgelegen markt, die ze het best kenden en waar ze een vaste makelaar hadden die DE KOOPMAN EN DE BOER 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 41