trouwens, en de paar artikelen die in Nederland over de geschiedenis van Tonga verschenen, zijn dan ook alle van antropologen. Tot slot: bij mijn weten herinnert niets op Tonga en met name op Eua aan de vroegere Nederlandse naamgeving: geen museum (Tonga heeft voor zover bekend geen historisch museum), geen monumentje of gedenkplaat (het enige monumentje op Eua is gewijd aan een Nieuw-Zeelander en een Tongaan die in 1943 met elkaar een soort verstoppertje op leven en dood speelden), hoogstens een luttel aantal minieme vermeldingen in historische geschriften.19 Blijkbaar is het voormalige Middelburch in de Stille Zuidzee er net zo onbekend als in Nederland. En misschien is dat wel symbolisch voor het historisch belang van de vroegere benaming. Noten 1. D. Swaney, Tonga, Hawthorn 1995, pp. 9, 21-22. P. van der Grijp, Produktie en denkwijzen in Polynesië. Sociale asymmetrie, ideologie en verandering op de Tonga-eilanden, Nijmegen 1987, pp. 15-17. Het inwonersaantal van Eua is een eigen, onvolkomen schatting, gebaseerd op een bevolkingscijfer van 4.393 in 1986 (uit: D. Stanley, South Pacific Handbook, Chicago 1996, p. 342) en een jaarlijkse bevolkingsgroei voor Tonga van ca. 3% (uit: D. Swaney, p. 31). Recentere gegevens waren voor Eua niet beschikbaar. Ter vergelijking: de totale bevolking van Tonga bedroeg volgens D. Swaney, p. 32 in 1995 ca. 100.000. Twee derde daarvan woont op Tongatapu. 2. Hollands hier en elders gebruikt in ruime zin, dus niet strikt betrekking hebbend op de provincie(s) van deze naam. 3. P. van der Grijp, pp. 69-72. A.J.M. Claessen, 'Politiek onder Palmbomen. De geschiedenis van Tonga', Spiegel Historiael 8, 2, 1973, pp. 73-82, pp. 74-77. Idem, Van vorsten en volken, Amsterdam 1970, p. 35. 4. W.A. Engelbrecht. P.J. van Herwerden, De ontdekkingsreis van Jacob le Maire en Willem CorneliszSchouten in de jaren 1615-1617 dl. 1, 's Gravenhage 1945. p. 180. 5. Instructie, gedateerd 13 augustus 1642, geciteerd in M.G. den Boer, Van oude Voyagiën, Amsterdam z.j. [1939], p. 230. 6. Over de reis van Tasman en Visscher in het algemeen zie: M.G. den Boer. pp. 229-255 en G. Schilder, Australia Unveiled. The share of the Dutch navigators in the discovery of Australia, Amsterdam, vooral pp. 139-180 (met dank aan dhr. F. Gittenberger die mij wees op dit werk). De belangrijkste bron is het journaal van Tasman. Het werd met toelichtingen uitgegeven door R. Posthumus Meyjes, De reizen van Abel Janszoon Tasman en Franchoys Jacobszoon Visscher ter nadere ontdekking van het Zuidland in 1642/3 en 1644, 's Gravenhage 1919. Een belangwekkende vertaling, eveneens met toelichtingen, in het Engels is van A. Sharp, The Voyages of Abel Janszoon Tasman, Oxford 1968, die ook een vertaling van het verslag van een anonieme bemanningslid van de Heemskerck opnam. 7. Gegevens over weersgesteldheid voor 20 en 21 januari 1643 uit het anonieme scheepsjournaal in A. Sharp, p. 282. 8. Deze en volgende citaten uit het journaal van Tasman in R. Posthumus Meyjes, pp. 58-61. 9. Voor een vergelijking van de tegenwoordige situatie: D. Swaney, pp. 131-135 10. Waarschijnlijk heeft de machtspositie binnen de VOC (en/of de Republiek in het algemeen) ook een rol gespeeld bij de naamgeving van Nieuw-Zeeland. Dit land was, zoals vermeld, door Tasman Staten-Eiland gedoopt, maar de naam werd kort na 1643 gewijzigd. De eerste vermelding van de nieuwe en huidige naam verschijnt als Zeelandia Nova reeds op een aardglobe van Willem Blaeu uit 1645-6, overigens tesamen met de reeds langer bestaande naam Hollandia Nova, zie A. Sharp, pp. 342-343. Maar naast de machtsfactor heeft bij de naamgeving vermoedelijk andermaal de Nederlandse geografische situatie een rol gespeeld. Van beide provincies is Holland immers het grootst, evenals Nieuw-Holland. Bovendien grenzen beide provincies aan elkaar: Holland in het noorden, Zeeland in het zuiden. Een vergelijkbare situatie deed zich voor in het Zuidland waar het kleine Nieuw-Zeeland gedacht werd in het zuiden aan het grote Nieuw- Holland te grenzen. Verder kan het initiatief om Staten-Eiland te hernoemen mogelijk ook zijn ingegeven door het feit dat er sedert 1617 reeds een Staten-eiland bestond in de Le Mairestraat (bij Vuurland, Zuid-Amerika). 11Citaat uit het anonieme scheepsjournaal in: A. Sharp, p. 305, zie ook p. 249 nootnr. 5. Sharp is de enige die de benaming Middelburg en Amsterdam vermeldt. Zijn bronopgave is evenwel onduidelijk. De betrouwbaarheid van deze consciëntieuze specialist in de geschiedenis van de Grote Oceaan staat nochtans buiten kijf, reden waarom ik hem hier volg (ook in de schrijfwijze). Een belangrijke bevestiging is natuurlijk het feit dat op de aangegeven locatie twee eilandjes liggen en waarvan een nog Middelburg heet. Zie Karte Indonesia 7. Irian Jaya (Nelles Verlag), München z.j. 12. R. Posthumus Meyjes, p. 129. Hooft wil hier zeggen uiteinde van de pier, havenhoofd. Ik vraag mij af of iemand het spreekwoord kent en of het nog bestaat. 13. A. Sharp, pp. 341-344. G. Schilder, pp. 197-200, 348-358, 362-363, 368-373 en 378-385. 14. G. Schilder, pp. 217-222. A. Sharp, pp. 344-347. M.G. de Boer, pp. 237-238. R. Posthumus Meyes, pp. 270-271. 15. N.b. Tijdens een audiëntie op Tongatapu gaf Cook de koning een schildpad cadeau, die pas in 1966 overleed!, D. Swaney, p. 15. Voorts: A. MacLean, De ontdekkingsreizen van kapitein CookAmsterdam 1973, pp. 131-134. D. Conner, L. Miller, Master mariner: captain James Cook and the peoples of the Pacific, Vancouver 1978, p. 63. 16. H.J.M. Claessen (1970), pp. 32-34. D. Swaney, pp. 14-16. 17. De eilanden werden mede vanwege de oorlog jarenlang door westerlingen gemeden. Het gevolg was een relatief korte kolonisering als Brits protectoraat (1900-1970) en beperkte verwestersing. Tonga is dan ook één van de weinige rijken in Polynesië die het contact met het westen relatief ongeschonden hebben doorstaan. De vraag is natuurlijk voor hoelang. P. van der Grijp, 'Pacificatie van de Pacific. Handel en geweld bij de eerste kontakten tussen Tonganen en 23

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 25