DE JONGEN DIE GISTEREN VAN HET DAK IS GEVALLEN IS NU DOOD Q gevallen is bctdc volgorden daarbij de plaatsen waar de volgorde van mijn (a)-zinnen werd gebruikt met een groen rondje markerend, de plaatsen met de volgorde van mijn (b)-zinnen met een rood rondje en de plaatsen waar blijkens de antwoorden beide volgordes voorkwamen een gedeeltelijk groen en gedeeltelijk rood rondje. (Heel pietepeuterig deed ze dat: Met mijn leesbril kan ik zien dat sommige rondjes niet voor de helft maar voor driekwart rood zijn en voor een kwart groen of andersom.) Sindsdien staat de volgorde van de (a)-zinnen in de Nederlandse taalkunde bekend als 'de groene volgorde' en die van de (b)- zinnen als 'de rode volgorde'. Die kaarten zijn als deel twee van haar proefschrift in druk verschenen. Als je daar op kijkt zie je bij voorbeeld in het Oosten van Nederland bijna uitsluitend rood voor je ogen. maar bij voorbeeld in Zeeland en op Goeree-Overflakkee een zee van groen. Daar zullen weinig Zeeuwen zich miskend bij voelen, denk ik. Ook de provincie Groningen is op de kaarten van Pauwels zo groen als gras. Johan Huizinga moet dus van huis uit alleen de groene volgorde gekend hebben, dus de volgorde die hij, zo weten we dankzij het telwerk van Sassen, aanvankelijk in zijn publicaties nauwelijks hanteert maar in later jaren steeds meer. Dit brengt Sassen tot de hypothese dat Huizinga zich aanvankelijk, ook in geschrifte, af wilde zetten tegen het milieu waar hij uit voortkwam. Later toen 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 9