Evelyn de Roodt, Oorlogsgasten. Vluchtelingen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog
(Zaltbommel 2000), 464 blz., afbn., lit.opg., reg. ISBN 90 288 1426 4. Prijs: f 49.90.
De laatste jaren worden we meer en meer met asielzoekers geconfronteerd. De
vluchtelingenproblematiek is echter van alle tijden. Denk maar eens aan de Hugenoten en de
Lutherse Salzburgers, die ook in Zeeland hun sporen hebben nagelaten. Of aan de vele Belgische
vluchtelingen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Over die vluchtelingen en die periode gaat het in
het recent bij de Europese Bibliotheek te Zaltbommel verschenen, fraai uitgegeven gebonden
boek Oorlogsgasten. Vluchtelingen in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog van Evelyn de
Roodt.
Blijkens het Dankwoord voorin het boek heeft de auteur enkele jaren aan deze studie gewerkt. Dat
is er aan af te zien en lezen. Het is een omvangrijke, uitputtende uitgave geworden, waarin alle
aspecten van de vluchtelingenproblematiek tijdens de periode 1914-1918 in ons land aan de orde
komen. Nederland bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal, maar werd toch al spoedig met de
oorlog geconfronteerd. Hoofdstuk 1 handelt over de internering van buitenlandse militairen. Dat
waren Belgen, Engelsen en Duitsers. 'De Duitsers die in Nederland werden geïnterneerd - de
meesten al in 1914 - hadden meestal maar korte tijd deelgenomen aan de gevechtshandelingen,
maar genoeg om hun internering voorlopig te beschouwen als een bevrijding.(blz. 77). In
Vlissingen werd vanaf 1915 een bijzonder interneringsdepot voor gestraften ingericht in het
voormalige Depot van discipline naast de Gevangentoren (blz. 96 e.v.).
Maar de grootste groep vluchtelingen waren uiteraard (Belgische) burgers. Daarover gaat het in
hoofdstuk 2. Rond 20 augustus 1914 (een maand na het uitbreken van de oorlog) bevonden zich al
zo'n 6.000 Belgische vluchtelingen in de grensstreek. Na de aanval van de Duitsers op Antwerpen
vluchtten begin oktober honderdduizenden inwoners van die stad noordwaarts, de grens over. Van
de 400.000 inwoners bleven er slechts een 10.000 in de spookachtig ogende stad over (blz. 142).
'Naar schatting zou ongeveer een miljoen Belgen in die eerste oorlogsmaanden zijn toevlucht
zoeken tot Nederland, dat in die tijd zelf een bevolking telde van 6.3 miljoen. Een half miljoen kwam
via Noord-Brabant de grens over, ongeveer 400.000 vluchtten via Zeeuws-Vlaanderen en 100.000
via Limburg.' (blz. 147). De vluchtelingen werden verspreid over het land in 'vluchtoorden'
ondergebracht. Velen keerden overigens, nadat de gevechtshandelingen waren afgelopen, al weer
spoedig huiswaarts. Anderen bleven langer. Door de overheid werd 'zachte drang' uitgeoefend om
de burgervluchtelingen naar huis te doen terugkeren (blz. 162 e.v.). "Gij zijdt niet gekomen in een
land van melk en honing, broeders en zusters uit het Zuiden", schreef het Nieuwsblad van
Friesland' (blz. 165).
Hele andere groepen waren deserteurs en krijgsgevangenen, die ontvlucht waren. Daarover
handelen de hoofdstukken 3 t/m 5. Hoofdstuk 6 beschrijft de opvang van nieuwe vluchtelingen.
19