1 j* ii L
■-**
1 K V
Tegen het einde van de oorlog kwamen nieuwe stromen vluchtelingen en deserteurs in ons land aan.
Een bijzondere asielzoeker komt aan bod op blz. 353 e.v.: keizer Wilhelm II.
Het slothoofdstuk (7) behandelt de repatriëring. Heel aardig is de epiloog 'wat nog herinnert'. Naast
gebouwen en monumenten vinden we daarin bijvoorbeeld ook de Neutraal Bar in de Rotterdamse
wijk Katendrecht (blz. 438).
Oorlogsgasten is stevig gebonden en met ter zake doende, duidelijke - zij het soms wat kleine -
zwart-wit foto's geïllustreerd. Daar zitten overigens wel curieuze afbeeldingen bij, zoals de foto van
een stervend Frans kind. die mij toch duidelijk in scène lijkt gezet (blz. 353).
Evelyn de Roodt, over wie de omslagtekst geen nadere bijzonderheden meedeelt (is zij historicus,
heeft ze dit boek uit liefhebberij geschreven?), heeft een interessante en veelomvattende studie
geschreven, waarin nu eens niet de Tweede, maar de Eerste Wereldoorlog centraal staat. De
thematiek van haar boek is nog steeds actueel.
Francisca van Vloten, Een onbarmhartig mooi erfdeel De Nederlands-Hongaarse
kunstenaarsfamilie Góth (Middelburg 2000), 160 blz., afbn., lit.opg., reg. ISBN 90 7457 6249.
Prijs: f49,50.
Het grote, mooi uitgevoerde boek Een onbarmhartig mooi eifdeel van kunsthistorica Francisca
van Vloten riep bij mij meteen herinneringen op aan één van de hoofdpersonen, te weten Sarika
Góth. In de jaren 1987-89 en 1990-91 schreef ik wekelijks een artikeltje in de Walcherse huis-aan-
huis-bladen De Faam en De Vlissinger onder de titel 'De kunstenaar gesproken'. Deze artikeltjes
waren een mengvorm van interview en achtergrondverhaal. Op 1 juni 1988 verscheen een stukje
over Sarika Góth (1900-1992). Deze kunstenares woonde in een prachtig, met antiek volgestouwd
huis in het centrum van Veere. Ze bleek een onderhoudend causeur, die uren over haar werk en
leven kon vertellen. En wat een leven! Geboren in Wenen, toen het keizerrijk-koninkrijk
Oostenrijk-Hongarije nog bestond, als dochter van het Hongaarse schildersechtpaar Móric
(Maurice) Góth (1873-1944) en Ada Góth-Löwith (1877-1950). Maakte grote reizen met haar
ouders en kwam in 1914 via België en Middelburg in Domburg terecht. Raakte daar bevriend met
kunstenaars als de schilder Jan Toorop, de schrijvers Arthur van Schendel en Johan Fabricius (met
wie zij volgens Francisca van Vloten een kortstondige verhouding had, blz. 82), om er slechts
enkelen te noemen. Een totaal verdwenen wereld van kunstenaars met internationale contacten...
Daarmee doet Sarika Góth wel wat
denken aan haar plaatsgenote Victorine
Hefting, over wie in 1988 het boek
Victorine verscheen. Sarika trad in de
voetsporen van haar ouders en werd een
verdienstelijk schilderes. Ze vestigde
zich definitief in Veere en hield ook een
flatje in Amsterdam aan. Toen ik in een
vervolgserie in De Faam en De
Vlissinger, onder de titel 'Kunstenaars
van toen' (1990-91). op 7 maart 1990
een stukje over haar vader publiceerde
schreef zij mij twee dagen later: 'Hebt u
gemerkt dat ik a.s.29 Maart 90 jaar oud
word? Ik hoop dat het mijn laatste
verjaardag is - Het leven wordt te
Sarika Góth, De Grote Kerk te Veere. moeilijk.Francisca van Vloten schrijft
■r
ar ai
20