HANNIBAL EN SCIPIO IN MIDDELBURG
J.H. van den Berge
De Zeeuwse hoofdstad had zich verrassend snel hersteld van de verwoestende gevolgen van het
langdurige beleg in de jaren 1572-1574. Handel en scheepvaart herleefden, de bevolking groeide
zozeer in aantal dat, na de uitleg van 1578 tot 1591, in 1595 alweer een nieuwe uitbreiding van de
stad noodzakelijk werd (Unger. 1941). De bouwactiviteiten betekenden een verhoogde inbreng van
tegels, zowel in vochtige kelders, in gangen, bij nauwe trapopeningen, als in haardachterwanden.
Niet voor niets heeft Walcheren, en Middelburg in het bijzonder, zo'n goede klank bij de
Nederlandse tegelverzamelaar. Vele oude en bovendien vaak zeldzame tegels werden in de
twintigste eeuw uit Middelburgse huizen verwijderd en vonden hun weg naar diverse
tegelverzamelingen in het gehele land.
Zeker vanaf 1600 zijn in Middelburg in alle te bouwen nieuwe huizen tegels ingebracht.
Aanvankelijk waren dit veelkleurige tegels met hoekfiguren in spaartechniek, later veelkleurige
bloem- en vogeltegels en vanaf 1620 monochroom blauw geschilderde tegels met soldaatjes, mooi
geklede figuren ('poppen'), uitbeeldingen van ambachten of kinderspel en voor een havenstad
beslist niet verwonderlijk, allerlei tegels met mariene onderwerpen: boten, vissen, en mythische
zeewezens. In de meeste huizen bevond zich een amalgaam van 'één-figuurtegels', dat wil zeggen
steeds één op zich volledige afbeelding binnen de vierkante grens van de tegel met in iedere hoek
van de tegel een Franse lelie, dan wel een
van een Franse lelie afgeleide
hoekfiguur. Slechts zelden, en dan alleen
in voorname Middelburgse huizen, zal
nten meer dan één tegel overstijgende
afbeeldingen, zogenaamde tegeltableaus,
zijn tegengekomen. Dergelijke tableaus
trof men in de eerste helft van de
zeventiende eeuw uitsluitend aan
wanneer er sprake was van een
representatieve haardpartij. Het lukte,
uitgaande van enkele in het depot van het
Gemeente Museum te Vlissingen deels
bewaarde tableaus, een dergelijke
volledige haardachterwand uit circa 1630
te reconstrueren (afb.l. Van den Berge
2000). De precieze oorspronkelijke
aanbrengplaats van deze uit een
Rotterdamse plateelbakkersoven
afkomstige haardachterwandbetegeling
was niet meer te achterhalen, maar moet,
gezien het al langdurige verblijf in het
museumdepot, waarschijnlijk binnen de
stad Vlissingen, of in haar directe
omgeving, gezocht worden. Het
hoofdthema van deze haardachterwand
betrof de allegorische voorstellingen van
Geloof en Hoop.
1. Reconstructie van een haardachterwand uit een
Vlissings huis uit circa 1630. Naast twee op elkaar
afgestemde grote tableaus bevinden zich bij dergelijke
haardachterwanden eenrijige pilasters ter weerszijden
en in het centrum een piramidevormig eindigend vlak
met haardstellen. Voor deze reconstructie werd in
hoofdzaak gebruik gemaakt van tableaus aanwezig in
het Gemeentemuseum Vlissingen, aangevuld met
haardstenen, tegels en delen van tableaus uit diverse
andere collecties.
2