voetbalwedstrijd met bekende veteranen, een ruitersportdemonstratie, een
boerenbruiloft en het kiezen van een heidekoningin georganiseerd.
In 1957 wordt in de krant voor het eerst opgemerkt dat de paasvuren in Holten,
ongeveer twintig in totaal, een attractie voor de toerist zijn en dat het mooi zou zijn als
er één groot gemeenschappelijk Holtens paasvuur zou kunnen komen. Dit bericht
hing samen met de vrees van gemeentebestuur en ondernemers dat de toeristen in
Holten naar het grote gemeenschappelijke paasvuur in het aangrenzende dorp Goor
zouden gaan. Concurrentie dus. Maar ondanks de pogingen van VVV en gemeente
komt er in Holten geen gemeenschappelijk paasvuur vanwege het buurtgevoel in de
verschillende buurtschappen en de onderlinge rivaliteit. Men had zich hierop ernstig
verkeken.
Enkele jaren later, in 1964, haken VVV en bedrijfsleven echter handig in op die
rivaliteit. Ze loven dan geldprijzen uit voor de vier grootste paasbulten. Dit slaat goed
aan. De buurtschappen, aangesproken op hun eergevoel, gaan meer werk van het
paasvuur maken. De paasbulten worden groter, er ontstaan ook diverse nieuwe
rituelen, onder andere rond de keuring van de paasbulten, de bekendmaking van de
winnaars, de uitreiking van de prijzen en het aansteken van het grootste paasvuur.
Hiervoor komt de burgemeester naar de winnende buurtschap, houdt er een
toespraakje, ontsteekt het vuur met een fakkel en krijgt op zijn beurt een presentje van
de paasvuurbouwers. Dit ritueel wordt voortaan jaarlijks herhaald en nog aanzienlijk
uitgebreid. Naast de prijs voor de grootste bult wordt ook een schoonheidsprijs voor
de mooiste paasbult uitgereikt, waardoor de paasbulten een steeds netter aanzien
krijgen. Ze worden ook voorzien van vlaggen, poppen en borden met allerlei
opschriften. In 1983 stelt de nieuwe burgemeester een wisselbeker beschikbaar die de
winnende groep een jaar onder zich mag houden. Op uitdrukkelijk verzoek van de
paasvuurbouwers krijgen deze vanaf 1990 jaarlijks ieder een beker als zichtbaar en
blijvend symbool van hun deelname aan de wedstrijd. Er wordt ook een dronk
uitgebracht op de winnaars van de wedstrijd, en de burgemeester en de leider van de
keuringscommissie krijgen "traditiegetrouw", zoals dat in 1982 genoemd wordt, als
eersten een paar zwarte vegen op hun gezicht. Er is hier duidelijk sprake van de creatie
van een nieuwe 'traditie' waarin het wedstrijdkarakter domineert.15
De wedstrijdsfeer, de grotere paasbulten en de ceremonie er omheen zorgen er
eveneens voor dat het aantal toeschouwers, voor een flink deel toeristen, toeneemt. Er
is sinds de instelling van de prijzen regelmatig sprake van enkele duizenden
toeschouwers bij het winnende vuur, terwijl het volgens de kranteberichten voordien
altijd slechts om enkele honderden ging. Een geslaagde actie van het toeristische
bedrijfsleven met vele vernieuwende gevolgen voor het paasvuurritueel.
De toeristische ingreep heeft ook grote gevolgen voor de paasvuurbouwers zelf.
De rol van de schoolkinderen bij het paasvuur wordt er steeds kleiner door, terwijl de
oudere jongens en de volwassenen er meer bij betrokken raken. In 1967, drie jaar na
de instelling van de prijzen, wordt al geconstateerd dat "ook de vaders er zich mee
gaan bemoeien".
Verder leidt de door het prijzenstelsel en de grote publiciteit aangewakkerde rivaliteit
tot een grotere onderlinge saamhorigheid binnen de buurtschappen zelf. De
organisatoren van de paasvuren doen er ook alles aan om die saamhorigheid te
versterken. Een belangrijke drijfveer achter dit alles blijkt de angst voor het
10
GEWOON EN TOCH BIJZONDER