Streekdrachten en identiteit Kitty de Leeuw Een streekdracht is -de naam zegt het eigenlijk al- een kostuum met bijbehorende accessoires dat kenmerkend is voor een bepaalde regio of plaats. In veel Nederlandse -ook Zeeuwse- dorpen en kleine steden werd eeuwenlang streekdracht gedragen. In de meeste plaatsen zijn de streekdrachten inmiddels gewaardeerde museumstukken geworden die met zorg worden geconserveerd en in de vaste opstelling van een museum of tijdens speciale exposities aan het publiek worden getoond. Een handvol drachten is echter ook vandaag de dag nog in levende lijve te bewonderen. In plaatsen als Staphorst, Bunschoten, Spakenburg, Scheveningen en op Walcheren gaan nog altijd enkele, meestal oudere, vrouwen in de dracht gehuld. Elders komt de dracht alleen nog uit de kast bij folkloristische festiviteiten of om toeristen te behagen. In veel gevallen gaat het dan echter niet meer om de originele kledingstukken en accessoires, maar om moderne imitaties, vaak ook nog vereenvoudigd om het aan- en uittrekken ervan of dansen erin gemakkelijker te maken. Ook in de reclame zien we af en toe streekdrachten opduiken. Zo prees het 'Zeeuws meisje', gehuld in de dracht van de protestantse boerinnen van Zuid-Beveland, de gelijknamige margarine aan. Uit gesprekken met streekdrachtdra(a)g(st)ers uit heden en verleden blijkt steeds weer dat zij zeer gehecht zijn aan en trots zijn op hun dracht. Deze is voor hen veel meer dan een gebruiksartikel of een erfenis uit het verleden. De dracht heeft voor hen een diepere betekenis, omdat deze nauw verweven is met de eigen identiteit. In hun dracht laten zij zien wie zij zijn. Zij benadrukken daarbij hun lidmaatschap van een bepaalde leefgemeenschap en verschillende groeperingen daarbinnen, met andere woorden hun collectieve identiteit. De drachten hebben daarnaast ook altijd enige speelruimte geboden iets van de persoonlijke smaak of levensgeschiedenis -de individuele identiteit- tot uiting te brengen. In deze bijdrage staat in de eerste plaats de koppeling tussen identiteit en streekdracht centraal. Vervolgens komt de vraag aan de orde waarom en hoe de streekdracht uiteindelijk het veld ruimde voor burgerkleding. Tot slot wordt een lans gebroken voor streekdracht als een interessant en veelzijdig onderwerp voor (regionaal) historisch onderzoek. Daarbij worden enkele mogelijke invalshoeken aangegeven en suggesties gedaan voor bronnenmateriaal. Identiteit als inwoner van een plaats en/of regio Streekdracht maakt de dragers ervan in de eerste plaats herkenbaar als inwoners van een bepaalde streek en/of plaats en toont zo de verbondenheid die zij voelen met hun streek- en/of plaatsgenoten. Deze was belangrijk in een tijd waarin men sterk op elkaar was aangewezen in economisch, sociaal en cultureel opzicht. Men was immers van elkaar afhankelijk bij het werk. Zo hielp men elkaar bijvoorbeeld over en weer bij het oogsten. In geval van calamiteiten als ziekte, dood en stormschade verleende men elkaar bijstand. Voor gezelligheid, vermaak en religieuze beleving moest men ook bij elkaar terecht. Gezien de slechte toestand van de wegen en de gebrekkige vervoermiddelen waarover men beschikte, was het ondoenlijk regelmatig naar andere plaatsen te reizen om daar bezoekjes af te leggen, de schouwburg te bezoeken of ter 14 GEWOON EN TOCH BIJZONDER

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 16