Toch werkte deze opzet niet. Het orthodoxe bevolkingsdeel -meer dan de helft van
de Goese bevolking!- hield zich van zo'n goddeloze vereniging sowieso verre. Maar
al spoedig moest men vaststellen dat ook 'niet wat men in den regel het "volk" noemt'
lid werd. maar vooral leden van de liberaalgezinde middengroepen, de zogenaamde
burgerij. Deze middengroepen wisten in verregaande mate het stempel van hun eigen
cultuur en smaak op de vereniging te drukken.
Hun meest geliefde feestavond was, zoals gezegd, het St.-Nicolaasfeest. Ik moet
daar onmiddellijk aan toevoegen dat de band met het Sinterklaasfeest in de
tegenwoordig gangbare betekenis van dat woord nogal los was. Dat is op zich een
belangrijk gegeven om altijd rekening mee te houden bij historisch en volkskundig
onderzoek: hetzelfde begrip heeft in verschillende tijden, en dan nog eens voor
verschillende groepen mensen, niet altijd dezelfde betekenis. Al leidde de voorzitter
de avond de eerste twee jaren in met enkele woorden over 'de persoon van Sint
Nicolaas en zijn feest' en werd later een keer het toneelstukje Een Sint-
Nicolaassprookje opgevoerd, verdere verwijzingen naar de Goedheiligman bleven in
Goes toen afwezig. Gezien de doelstelling van de vereniging zou men kunnen
veronderstellen dat men zich met deze feesten afzette tegen een mogelijk
onbetamelijke, 'volkse' viering van het Sinterklaasfeest, bijvoorbeeld in herbergen
en cafés. Van plaatsen elders in het land is bekend dat dergelijke feestavonden
inderdaad gehouden werden. Uit Goese bronnen zijn ze mij echter onbekend, terwijl
men zich in de vereniging zelf daar evenmin over uitliet. Het feest van
Volksvermaken werd verder nooit op 5 december gevierd -dan vierde men
Sinterklaas thuis- maar op een datum in de buurt daarvan. Verder namen er alleen
volwassenen aan deel en werd het gevierd in een feestzaal. Deze feesten waren
eigenlijk een voorloper van de Sinterklaasfeesten die tegenwoordig gevierd worden
op bedrijven en allerlei verenigingen. Maar op deze Goese feesten kwam de Sint zelf
niet op bezoek.
Toch kregen de aanwezigen wel iets als een cadeautje. Een tombola, een soort
loterij, vormde namelijk het centrale onderdeel van de feesten. Die werd zelfs de kurk
genoemd waarop de hele vereniging dreef. Het gaf altijd weer dolle pret als het lot
bepaalde dat een heer wat naaigerei kreeg of een dame een tabakspot. Maar het
belangrijkste was, juist voor mensen uit de burgerij, dat ze zo iets tastbaars terug
kregen van hun lidmaatschapsgeld. Het programma bestond verder uit een
muziekstuk, een grappige voordracht of een toneelstukje.
Het loonde de moeite om de programma's van een reeks van jaren -de St.-
Nicolaasfeesten werden 25 jaar gehouden- naast elkaar te leggen en met elkaar te
vergelijken. Het bleek dat bijdragen verzorgd door plaatselijke amateurs steeds meer
verdrongen werden door die van professionele krachten: daar hadden de
middengroepen behoefte aan: een goed verzorgd, probleemloos avondje uit. De
burgerlijke gezelligheid van het Sinterklaasfeest was daarvoor de ideale vorm.
Maar, zoals steeds wanneer een bepaalde stroming in een vereniging gaat
domineren, riep dat tegenkrachten op: de leden die meer tot de elite te rekenen waren,
voelden zich niet helemaal gelukkig met de sfeer op de St.-Nicolaasfeesten en ook bij
andere gelegenheden. Hun behoefte om hun eigen groepsidentiteit te profileren uitte
zich in de organisatie van iets als een alternatieve reeks St.-Nicolaasfeesten, namelijk:
feestavonden, soirées, ten behoeve van nóg weer een andere reeks Sinterklaasfeesten,
die voor schoolkinderen van de armen.
FEEST EN VERMAAK. SINTERKLAASFEESTEN IN DE 19e EN 20e EEUW
27