weinig bekend- ook daadwerkelijk. De Goese schoolkinderen kregen chocolademelk, wat lekkers en een cadeautje uit een eigen tombola. Daarvoor was natuurlijk geld nodig en dat werd bijeengebracht uit de opbrengst van de tegen betaling toegankelijke soirées die ik eerder noemde. Die hadden vrijwel hetzelfde programma als de gewone St.-Nicolaasfeesten van de vereniging voor volksvermaken: pianospel, liederen en een toneelstukje. Een belangrijk verschil was dat deze programma-onderdelen uitgevoerd werden door Goese amateurs. Enerzijds was dat logisch -men wilde immers zoveel mogelijk geld ophalen. Maar anderzijds distantieerde men zo ook duidelijk van de St.- Nicolaasfeesten van Volksvermaken. De criticus van de Goesche Courant verwoordde dat onomwonden: 'Ik geef aan zulk eene uitvoering verre de voorkeur boven een tooneelvoorstelling van een bepaalden troep'. Een ander verschil was dat ze voor iedereen tegen 99 cent toegankelijk waren, terwijl de generale repetities zelfs voor de halve prijs bezocht konden worden. Daardoor was de soirée, in de woorden van de voorzitter van de St.-Nicolaascommissie, een 'publiek feest', dus in tegenstelling tot het besloten karakter van dat van Volksvermaken. Dat was door de hoogte van de entreeprijs natuurlijk zeer betrekkelijk, maar die blikvernauwing treedt wel vaker op als de organisatoren van een feest alleen mensen uit hun eigen kring zien en dan menen dat 'iedereen' daaraan meedoet. Door deze St.-Nicolaasfeesten van de elite en voor de arme schoolkinderen was de vereniging voor volksvermaken met haar kern van leden uit de middengroepen duidelijk op haar nummer gezet. Een reactie kon niet uitblijven en bleef ook niet uit. Na jarenlange en moeizame discussies besloot de vereniging in 1884 haar doelstelling aan te passen. Men zou voortaan niet meer alleen feesten voor de leden organiseren, maar zo af en toe ook voor niet-leden, voor het 'volk' dat geen lid wilde of kon worden. Maar echt van harte ging dat niet. Pas in 1887 besloot de vereniging als uitvloeisel van dit nieuwe beleid naast de gewone St.-Nicolaasfeesten voor de leden op de daaraan voorafgaande avond een apart St.-Nicolaasfeest voor het 'volk' te organiseren, dat altijd nog -zoals men zei: 'om een zekere grens aan te geven'- pas tegen 10 cent entree toegankelijk was. Dit besluit kon bovendien pas genomen worden nadat het bestuur de leden nadrukkelijk verzekerd had dat zij wat de prijzen uit de tombola op hun feest betrof niets te kort zouden komen. Bovendien ging het bestuur ervan uit dat de leden zouden begrijpen dat zij niet ook nog eens mochten deelnemen aan de tombola op het feest voor het 'volk', maar helemaal gerust daarop was men niet. Het aparte St.-Nicolaasfeest voor het 'volk' was een succes, er waren zo'n 300 mensen aanwezig geweest, maar het werd niet herhaald. Het heette latere jaren dat er onvoldoende geld in kas was om zoveel prijzen voor een tweede tombola aan te schaffen. Maar het punt was dat men het eenvoudig niet wilde. Het botste teveel met het wereldbeeld van de middengroepen om een ander gratis van iets te laten profiteren, waar zij zelf voor moesten betalen. In het voorafgaande heb ik vooral het accent gelegd op de sociale aspecten van al deze, nu in totaal vier, Sinterklaasfeesten in het negentiende-eeuwse Goes; maar ze hadden, in ieder geval impliciet, ook nog een politiek aspect. Het Goese maatschappelijk leven werd in die tijd verscheurd door de bittere tegenstelling tussen de liberalen en de orthodoxe protestanten; waar men kon zat men elkaar dwars. Dat is met name zichtbaar op het terrein van feest en vermaak. Men ging wel eens samen, FEEST EN VERMAAK. SINTERKLAASFEESTEN IN DE 19e EN 20e EEUW 29

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 31