Kaart van Vlaanderen rond het jaar 1600. Nieuwpoort is net niet zichtbaar (ZA, Zelandia Illustrata III, nr. 103). Op woensdag 21 juni is alles gereed voor de grote operatie. Voor Vlissingen en Fort Rammekens hebben zich 2800 schuiten verzameld, die circa 20.000 man (3000 ruiters) naar de Staatse enclave Oostende moeten overbrengen. Vandaar zal men over land via Nieuwpoort naar Duinkerke marcheren, ongeveer 8 uur gaans. Maar al meteen heeft men een probleem: de zee is onstuimig en de wind 'contrarie'Besloten wordt het leger op de zuidelijke oever van de Westerschelde bij de schans van Philippine aan land te zetten, wat op 22 en 23 juni gebeurt. Nu moet men geheel over land naar Duinkerke trekken. Proviand heeft men voldoende bij zich, maar het droge weer van eind juni veroorzaakt een ernstig drinkwatertekort, daar de Vlaamse boeren veel putten onklaar hebben gemaakt. Op 1 juli bereikt men Nieuwpoort. Daar speelt zich op zondagmiddag 2 juli op het strand en in de duinen ten noorden van het stadje de befaamde slag af. De Spanjaarden hebben daarbij enige tijd het nadeel van een laagstaande zon en bovendien hebben zij bij de heersende wind van zee veel hinder van fijn zand en rook (van de vuurroeren). Anthonis Duyck, die als advocaat-fiscaal bij de Raad van State, Maurits volgt op zijn veldtochten en dus als ooggetuige spreekt, zegt het zo: 'In desen slach hadde den viant groot verlet [hinder] gehadt, dat de sonne hem altoos in de oigen stont, ende dat hij den wint so en tegen hadde. dat stof ende roock al op hem ende sijn volck in tgesichte dreef.' Maurits komt als winnaar uit de strijd. Hij overweegt nog een beleg van Nieuwpoort (6 juli) maar de zware regenbuien en de kracht van de tegenstander doen hem daar van af zien. Op 1 augustus, de laatste mooie dag, wordt het voetvolk overgebracht naar Fort Rammekens, nu en dan heeft men last van windstilte. Op de onweersachtige 2de augustus weet Maurits bij Cadzand (dank zij opstekende wind) vier Spaanse galeien (die worden geroeid en zijn dus onafhankelijk van de wind!) te 'omzeilen'. Met zijn terugkeer te Middelburg kan men de operatie als geëindigd beschouwen. De Duinkerkers blijven gewoon hun gang gaan. De weersgesteldheid kan blijkbaar militaire operaties tamelijk ingrijpend beïnvloeden. De hier aangestipte gevallen in 1600 vormen maar een klein deel van 36 GEWOON EN TOCH BIJZONDER

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 38