een heel lange lijst, die loopt van de 'kanaalrat' (kleine actieve depressie in Het Kanaal) van Julius Caesar in augustus 55 v. Chr., tot de invasie in Normandië op 6 juni 1944, die bij twee Beaufort windkracht meer, had moeten worden uitgesteld. Overigens is niet zo vaak het weer de enige factor; meestal gaat het om een complex van factoren waarvan het weer er slechts een is. Klimaat In 1600 was er sprake van de invloed van het weer. 'Weer' is momenteel en lokaal. Veel rampen, zoals stormvloeden, zijn een gevolg van het weer. Hoe groot de schade is, hangt af van onder meer dijkhoogte en -onderhoud. Daarnaast is er het klimaat. Daaronder kan men verstaan het gemiddelde weer over langere tijd (zo'n 30 tot 40 jaar) en in een groot gebied en met inbegrip van de marge waar binnen de extremen optreden. Overzien wij de afgelopen duizend jaar, dan kunnen wij op grond van de temperatuur drie perioden onderscheiden en wel het Middeleeuwse Klimaat- Optimum (tot ca. 1430), de Kleine Ijstijd (ca. 1430 tot ca. 1860) en het Moderne Klimaat-Optimum. Binnen deze perioden zijn nog weer tal van kleinere schommelingen te signaleren. Zou door de jongste klimaatverandering het zeeniveau gaan stijgen, dan zou dat in het bijzonder voor Zeeland grote gevolgen hebben. Ornaat ook hier geldt: 'In het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal' is een onderzoek naar het vroegere weer en klimaat van het grootste belang. Waardoor werd de Kleine Ijstijd veroorzaakt en waardoor het Moderne Optimum? Welke oorzaken (meer dan een!?) liggen ten Het uitrukken van de loodsboot naar de gestrande Brik Pegno d'Amicizia voor Brouwershaven in 1852 (ZA, Zelandia Illustrata III, nr. 314). HET WEER ALS DE VOORNAAMSTE BIJZAAK IN DE GESCHIEDENIS 37

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 39