'Krentenbrood met krukels' Kees Slager Laat ik maar beginnen zoals ik al ruim zeven jaar gewend ben om op zondagmorgen ons radioprogramma OVT te beginnen. Daar komt'ie: Het is vandaag 30 oktober 1999 en daarmee is het precies 84 jaar geleden dat in de bedstee van een arbeidershuisje in Scherpenisse mijn vader werd geboren. Heel gewoon, niks bijzonders; een week later stond zijn geboorte met één regel vermeld in de kolom 'Burgerlijke Stand' van de Zierikzeesche Nieuwsbode, die ze bij hem thuis lazen (u kent dat wel: geboren Anthony Jan, zoon van Cornelis Slager en Catharina Adriana van den Berge). En even onopgemerkt als zijn leven begon, verliep het daarna. Hij haalde alleen de publiciteit via de burgerlijke stand; dat wil zeggen: bij z'n trouwen en toen z'n kinderen geboren werden. Het duurde 76 jaar eer het eilandelijke weekblad de Eendrachtbode wat meer aandacht aan hem besteedde: dat was toen hij een speldje kreeg omdat hij 60 jaar lid was van 'de bond'Zoiets is vaak het enige waarmee de gewone man de krant haalt: oud worden en heel lang hetzelfde doen: bij dezelfde baas werken of met dezelfde vrouw getrouwd blijven. Zoals hij waren (en zijn) er duizenden. Ze worden onopgemerkt geboren en verdwijnen even onopgemerkt uit de samenleving; wat overblijft zijn een paar foto's en wat herinneringen bij hun kinderen (tot ook die doodgaan). U begrijpt het al -ik grijp het thema van deze dag: 'Gewoon en toch bijzonder' aan om een stokpaardje te berijden. Ik ga het hebben over gewone mensen en hun bijzondere betekenis voor de geschiedschrijving. Dat gewone mensen bijzondere verhalen te vertellen hebben weet ik allang. Zolang ik bezig ben met de Zeeuwse geschiedenis doe ik dat door de herinneringen van gewone mensen op te schrijven. Levensverhalen van gewone mannen én vrouwen, die -eenmaal gepubliceerd- voor veel lezers 'eye-openers' bleken te zijn, bijzonder dus. Daarom kom ik straks terug op mijn vader. Maar eerst wilde ik mijn stelling kwijt en die is dat voor historici de getuigenis van gewone mensen over het verleden per definitie bijzonder is (daarom zou deze bijdrage ook de titel 'Gewoon en dus bijzonder' kunnen dragen, maar toen ik maanden geleden een titel moest opgeven, had ik dat nog niet bedacht -en ach, dat krentenbrood met krukels, komt toch wel. Let maar op). Waarom dus bijzonder? Om dat te verklaren ga ik een open deur intrappen. Namelijk deze: onze streek is eeuwenlang (tot pakweg 40 jaar geleden) een standenmaatschappij geweest. De mensen uit die verschillende standen leefden langs elkaar heen. Ze wisten van eikaars bestaan en daar hield het zo ongeveer mee op. De elite wist niet hoe de 'gewone' mensen leefden en wat ze dachten (voor zover ze al dachten dat ze dachten). Zij wilden het ook niet weten, voelden zich er boven verheven en wilden de gewone man zo min mogelijk tegenkomen. Dus hadden ze de samenleving ook zo ingericht. Het begon al op de lagere school waar kinderen uit de bovenlaag zelden of nooit in de bank naast een arbeiderskind werden geplaatst. Ook na schooltijd was er weinig contact; het was een zeldzaamheid als kinderen van een boer speelden met kinderen van de knecht, terwijl het knechtshuisje toch vlakbij de boerderij stond en er verder in de bijkans lege polder meestal geen speelkameraadje te vinden was. KRENTENBROOD MET KRUKELS 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 41