HET OUDSTE LEESBOEK IN DE ZEEUWSE BIBLIOTHEEK yf elondica in De historie van Apollonius van Thvro oude ^^boeken Ronald Rijkse Hoewel deze rubriek Zelandica in oude boeken heet, veroorloof ik mij deze keer een uitstapje naar een boek met niet-Zeeuwse inhoud en wel om reden dat het hier besproken boek het oudste leesboek is in onze collectie. Met een beetje goede wil van uw kant kunnen we het dan ook als Zeeuws bezit zien en het werk is dusdanig uniek dat het een stukje in Nehalennia in mijn ogen rechtvaardigt. Temidden van de vele oude boeken in de collectie van de Zeeuwse Bibliotheek bevindt zich een boekje uit 1493, getiteld Die schoone ende die suverlicke historie van AppoUonius van Thyro. Dit valt af te lezen aan het colofon waarin staat: 'Hier eyndet die schone ende suverlicke hystorie van coninc Appollonius van thyro/ Gheprent te Delf in hollant Int iaer ons heren M.CCCC. ende xciij. Opten xxiij. Dach vander maent September. Gode sij lof. Het is een zeldzame incunabel - een boek dat gedrukt is in de beginperiode van de boekdrukkunst tussen 1450 en 1500 - omdat van dit boek nog slechts één exemplaar in een openbare collectie aanwezig is. Het verhaal gaat dat er in de Bibliothèque Nationale te Parijs zich nog een exemplaar zou moeten bevinden, dat tot 1811 in bezit was van de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag en in de Franse tijd geconfisqueerd werd en door de Fransen niet is teruggegeven in 1815. Maar van dit exemplaar ontbreekt tot op heden ieder spoor. Voor kenners is deze prozaroman een fraai voorbeeld van een volksboek, een genre van prozaliteratuur dat zich wellicht al in de 14de eeuw. in toenemende mate eind 15de en vooral begin 16de eeuw ontwikkelde. De uitvinding van de boekdrukkunst leidt er toe dat uitgevers de vanouds bekende ridderverhalen, 'schoone ende suverlycke historiën' en grappige of obscene geschiedenissen omwerken tot leesboeken. Dit heeft tot gevolg dat oudere Nederlandse dichtwerken en de vreemde teksten waarnaar bewerkt werd, in proza verschijnen. De tendens is een prozawerk uit te geven in de vorm van een gemakkelijk leesbaar verhaal dat de lezer een verbeeldingswereld binnenvoert die hem interesseert. In die periode bestond veel belangstelling voor de ridderromans en daarom worden verschillende oudere en jongere romans bewerkt tot prozaboek. Het genre kwam tussen 1475 en 1540 tot een opvallend rijke bloei. In de Nederlanden verscheen een dertigtal prozaromans. Aanvankelijk vooral in het Latijn, maar na ca. 1490 nemen drukken van bewerkingen in de volkstaal geleidelijk toe, voornamelijk naar het Latijn en het Frans. In die talen bestonden zelfs hele bundels met langere romantische verhalen: compilatiewerken, waarin de stof van alle kanten was bijeengebracht. Van dergelijke bundels is de Gesta Romanorum, een 14de- eeuwse bundel verhalen uit de Romeinse geschiedenis, het meest verspreid. Zo verschenen nagenoeg identieke versies in 1481 te Gouda, in 1483 te Delft en in 1484 te Zwolle. Deze Nederlandse vertalingen kwamen uit onder de titel Die Gesten of gheschiedenissen van Romeneen werk waaraan destijds velen hun bekendheid met de oudheid te danken hadden. Uit dit werk is dan in 1463 haast woordelijk het 153ste hoofdstuk apart uitgegeven onder de titel Die schoone ende die suverlicke historie van Appollonius van Thyro. Vermoedelijk was het een Griekse roman uit de derde eeuw na Christus, maar een Latijnse vertaling uit de zesde eeuw maakte dit verhaal wereldberoemd. Daardoor bestonden er in de hele periode van de Middeleeuwen een groot aantal handschriften onder de titel Historia Appollonii regis Tyri. Tenslotte is het, lichtjes aangepast, in de 14de eeuw opgenomen in de Gesta Romanorum. Dat het werk een bestseller was blijkt wel uit de verschillende uitgaven die er in allerlei talen zijn verschenen, dikwijls in een verrassend groot aantal exemplaren. Zo zijn er uitgaven bekend in de 26

Tijdschriftenbank Zeeland

Nehalennia | 2000 | | pagina 28