De in de titel genoemde schandstenen worden uitgebreid belicht. Ze werden gebruikt bij de
tenuitvoerlegging van een straf die vooral bij vrouwen werd toegepast. De straf bestond uit het
afleggen van een parcours, meestal rond het kerkhof, met om de nek van de gestrafte een ketting
met daaraan twee stenen van elk 13 tot 16 kilo zwaar. Dit als straf voor kwaadsprekerij, schelden,
vechten, diefstal, overspel of hoererij. Het lijdt geen twijfel of de gestrafte werd op haar pad danig
beschimpt.
Gevelelementen, gevelstenen, bovenlichten en muurankers vertellen dikwijls iets over de
oorspronkelijke stichters van een huis, geven een beeld van de naamgeving of drukken de welvaart
van hun vroegere of tegenwoordige bewoners uit. Beeldhouwwerken aan openbare gebouwen
vertonen dikwijls afbeeldingen van vroegere of tegenwoordige heersers.
Vooral in steden, maar toch ook wel op onze dorpen is een veel voorkomend klein monument de
stoep- of schamppaal, een als afpaling van privéterrein of ter bescherming van een gevelhoek
aangebrachte stenen, houten of ijzeren paal. Soms waren deze palen rijk versierd.
Klapbanken, praetuusjes, travaljes, het zijn alle kleine monumenten die het straatbeeld
verlevendigen en daarom onze aandacht verdienen. Grenspalen, limietscheidingen, banpalen,
tiendpalen, pompen - zij behoren alle eveneens tot onze kleine monumenten.
In het boek zijn ook zeer interessant de hoofdstukken die de al dan niet oude of historische
ornamenten van onze boerderijen en tuinen weergeven.
In de literatuurlijst achter in het boek treffen we uitgebreid de literatuur aan die reeds over de kleine
Zeeuwse monumenten is verschenen.
Van schandsteen tot straatkapel geeft voor weinig geld een schat aan boeiende informatie over wat
dikwijls ten onrechte kleine - onbelangrijke? - monumenten worden genoemd.
Jan J.B. Kuipers, Henk Hendrikse, Anneke van Waarden-Koets (red.). De onderkant van de Markt,
de Westmonsterkerk van Middelburg in archeologie en historie (Uniepers, Abcoude 2000). ISBN
90 6825 255 0. Prijs 29,90.
In het voorwoord van het boek dat ter bespreking voor mij ligt gewaagt wethouder P.M. Bruinoge
van de rijke geschiedenis van de Zeeuwse hoofdstad Middelburg, die zelfs teruggaat tot de tijd toen
de Romeinen het ook in deze streken voor het zeggen hadden. De titel van het boek voert ons
evenwel terug tot de wat engere ruimte van de binnenstad en nog verder verengd tot de Markt. Het
archeologisch en historisch onderzoek in Middelburg zoals dat tot nu toe gestalte heeft gekregen in
diverse reguliere onderzoeken of waarnemingen tijdens ontgravingen of onderzoeken in archieven,
waar dan ook in Middelburg, geven op hoewel nog bescheiden wijze inzicht in het ontstaan van de
'deftige stad Middelburg'.
Het eerste hoofdstuk van het boek is geschreven door Robert M. van Dierendonck en Marc H.J.M.
Koeken, resp. prov. archeoloog en regiovertegenwoordiger van de ROB in Zeeland. In hun bijdrage
wordt uitgebreid verslag gedaan van alle nu en in het verleden gedane archeologische
onderzoekingen en waarnemingen in de stad, de manier van werken en de resultaten. Er wordt
tevens gewag gemaakt van de Werkgroep Stadsarcheologie Middelburg die sinds haar installatie
door wethouder Douwes in 1991 poogt alle ingrepen in bodem van de stad tijdig te signaleren en
bij daadwerkelijke uitvoering te begeleiden of vooraf onderzoek te (laten) doen naar de
archeologische belangrijkheid van het desbetreffend terrein. Door de gemeente Middelburg is
hiervoor een structureel budget ter beschikking gesteld.
Prof. P(eter) A. Henderikx laat ons in zijn uitvoerig artikel kennismaken met de vroegste
ontstaansgeschiedenis van de stad en van de stichting van de Westmonsterkerk op de Markt. Nadat
de handelsnederzetting aan de kust tussen Oostkapelle en Domburg in de achtste of negende eeuw
38