terug op de tijd voor 1300. Die vroegere Middeleeuwen mogen dan lang geleden zijn, juist omdat
die periode zo bepalend is geweest voor veel van de huidige leefomgeving, voor veel van wat nu
nog tastbaar aanwezig is of tot voor kort is geweest, heeft de geschiedenis van die periode een hoge
actualiteitswaarde.
De middeleeuwse nederzettingsgeschiedenis van Walcheren, is zo ongeveer mijn onderzoeksterrein
van de laatste tien jaar, waarbij ik steeds meer bewust ben geraakt van het feit dat men eigenlijk
continu werkt in samenspraak met anderen, een schakel vormt in een groter geheel van
onderzoekers die samen bezig zijn of geweest zijn, om stap voor stap de nederzettingsgeschiedenis
van dit gebied te ontrafelen. Wanneer wij de twintigste eeuw overzien, dan mag men zeggen dat
onze kennis van de middeleeuwse nederzettingsgeschiedenis van Walcheren enorm is toegenomen.
Want waar zouden wij zijn zonder het archiefinventarisatiewerk van een Fruin of De Waard, of
zonder de oorkondenboeken van Koch en Kruisheer, of waar zonder Gosses' Rechterlijke
organisatie van Zeeland of Huizinga's Burg en Kerspel van Walcheren'of zonder het werk van
archeologen als Braat, Van der Feen, Jan Trimpe Burger en Robert van Heeringen? Want dat is heel
typerend voor deze tak van geschiedenis: het is bij uitstek een interdisciplinair vak. Denk
bijvoorbeeld ook aan de bodemkundigen in de jaren veertig en vijftig van de afgelopen eeuw, met
mensen als mevrouw Edelman-Vlam, Bennema, Van der Meer of Peter Vos. Pas door hun
onderzoek zijn wij steeds meer te weten gekomen over het verband tussen aard en ontwikkeling van
de bodemgesteldheid en de manier waarop hier is gewoond. Het absolute hoogtepunt van de eeuw
is zonder twijfel de studie uit 1971 van Kees Dekker over de middeleeuwse nederzet
tingsgeschiedenis van Zuid-Beveland, waarin ook Walcheren de nodige aandacht krijgt, en voor het
eerst de resultaten van archeologisch, bodemkundig en naamkundig onderzoek van dat moment in
direct verband zijn gebracht met de informatie uit de schriftelijke bronnen.
Alles bij elkaar staat op dit moment dacht ik de beoefening van de middeleeuwse
nederzettingsgeschiedenis van Walcheren en de rest van Zeeland er niet slecht voor; maar dat wil
niet zeggen dat er niet heel wat te wensen over blijft. Er speelt namelijk meer dan alleen het zuiver
wetenschappelijk onderzoek. Ik heb daarstraks iets gezegd over de directe lijn die er bestaat tussen
de middeleeuwse nederzettingsgeschiedenis en onze huidige leefomgeving, en ik heb in dat verband
het woord actualiteitswaarde gebruikt. De vraag is dan wat dat betekent in de praktijk. Het
historische Zeeland heeft het vanaf 1940 hard te verduren gehad. Middelburg mei 1940, de
inundatie van Walcheren, de oorlog in Zeeuws-Vlaanderen, de watersnood, de vele
herverkavelingen, de grote veranderingen in de landbouw, de toegenomen mobiliteit, dat alles heeft
gemaakt dat van de eeuwenoude structuren de afgelopen decennia veel verloren is gegaan;
maar ook, dat hetgeen bewaard is gebleven steeds meer als bijzonder wordt ervaren. De
belangstelling, de aandacht voor wat men noemt het cultureel erfgoed, monumenten, beschermd
stads- en dorpsgezicht, resten oud landschap, die belangstelling en aandacht zijn de laatste tijd
duidelijk toegenomen, ook bij bestuurders, landinrichters, planologen, en in de wet- en regelgeving
in het algemeen. Al moet ik dat wel wat voorzichtig formuleren, want men hoeft alleen maar even
een frisse duik te nemen in de Kleverskerkse zee van mevrouw Bakker om te beseffen dat het bij
het toenemen van de zorg voor het historisch gegroeide gaat om een zeer weerbarstig proces.
De vraag is dan wat de wetenschap, wat de vakmensen in de praktijk te bieden hebben om dat
proces te ondersteunen. Op dat punt zijn er nogal wat verschillen. Zo zijn de archeologen met de
beschermde archeologische monumenten a la de richtlijnen van Malta heel direct bij de alledaagse
praktijk betrokken, en ook de historisch-geografen, de archivarissen en archiefinstellingen weten
goed hoe zij naar buiten moeten treden. Maar bij mijn eigen club, de mensen van de middeleeuwse
geschiedenis, de mediëvisten, ligt dat toch wat ingewikkelder. Hun publicaties op het gebied van de
33