leek) wist graaf Jans zoon, de latere graaf Willem III, zijn tegenstanders een beslissende nederlaag
toe te brengen in een zeeslag op de Gouwe bij Zierikzee op 13/14 augustus 1304. Een van de eerste
slachtoffers van de daarna volgende afrekening met de Zeeuwse opstandelingen die aan Vlaamse
zijde aan de strijd hadden deelgenomen, was de heer van Tholen. Hendrik Buffel de jonge werd
daarbij blijkbaar als een verrader beschouwd en, samen met een andere edelman, korte tijd later
veroordeeld en onthoofd.27 Zijn goederen werden bij die gelegenheid geconfisqueerd en vielen terug
aan de grafelijkheid.
Als Tholen een jaar of tien later weer opduikt in onze bronnen heeft het dan ook een nieuwe heer
die op geen enkele wijze aan de familie Buffel verwant kan zijn geweest.
Jan van Henegouwen, heer van Beaumont
De nieuwe heer van Tholen behoorde tot de hoge Europese adel. Hij
was rond 1289 geboren als jongste zoon van de eerste graaf van
Holland en Zeeland uit het Henegouwse Huis, Jan II van Avesnes.
Zijn grootvader van vaderszijde was, zoals hierboven al vermeld, de
oudste zoon van gravin Margaretha van Vlaanderen en Henegouwen
en hij was getrouwd geweest met Aleydis van Holland. Zij was een
zuster van de roomskoning graaf Willem II van Holland en na diens
dood korte tijd voogdes geweest van de jonge graaf Floris V. Jans
moeder was een zuster van de Duitse keizer Hendrik VII 1308-1313)
uit het Luxemburgse Huis. Zijn in 1302 overleden oudste broer, net als
hij Jan geheten, was getrouwd geweest met een dochter van de Franse
koning Filips IV, de Schone.
Zijn vier jaar oudere broer volgde in 1304 zijn overleden vader op als an van Henegouwen
graaf Willem III van Holland, Zeeland en Henegouwen en was
getrouwd met Johanna van Valois, een zuster van de latere koning Filips VI van Frankrijk. Willems
dochter Philippina trouwde in 1328 met koning Edward III van Engeland. Jan was toen dus niet
alleen een broer van de Hollandse graaf, maar tevens een zwager van de Franse en een oom van de
Engelse koning.
Aan deze opsomming kan nog veel worden toegevoegd. Tussen 1308 en 1316 verwierf Jan uit
handen van zijn broer, graaf Willem III, veel bezittingen in Holland en Zeeland, grotendeels in het
kader van de afwikkeling van de nalatenschap van hun beider vader, graaf Jan II. Veel daarvan
bestond uit goederen, afkomstig van Hollandse en Zeeuwse edelen, die vanwege hun betrokkenheid
bij de moord op Floris V en/of hun deelname aan de Vlaams-Hollandse oorlog, hun leengoederen
hadden verbeurd. In 1316 was Jan daardoor, naast heer van Beaumont en andere Henegouwse
lenen, in Holland in het bezit gesteld van onder meer de steden Gouda en Schoonhoven en de
dorpen Noordwijk, (Bever)wijk, Westzanen, Krommenie en Texel. In Zeeland werd hij bovendien
beleend met veel geconfisqueerde goederen en renten afkomstig van Floris van Borsselen en
Nicolaas van Cats op Zuid-Beveland en Walcheren en die van Hendrik Buffel op Tholen en
Duiveland. De belangrijkste daarvan waren de dorpen Tholen, Goes en Dreischor. De beleningsakte
inzake Tholen is nooit gevonden, maar wordt door Jans biograaf geplaatst rond 1316. Kort daarna,
in 1317 trouwde Jan met de ongeveer veertienjarige Margaretha de Nesle, die in haar huwelijk ook
nog eens het Franse graafschap Soisson en de heerlijkheid Chimay in Henegouwen meebracht. Hij
kon daarna beschouwd worden als een van de rijkste en voornaamste edellieden van Noorwest-
Eurpa.28
Grotere politieke macht heeft hij echter nooit geambieerd. In zijn lange leven (hij werd ongeveer
zevenenzeventig) diende hij op loyale wijze drie graven van Holland, Zeeland en Henegouwen die
hem als hun voornaamste medewerker en raadsman hebben beschouwd, achtereenvolgens zijn
18